Voorwaartse en achterwaartse beweging
1. Nadat de motor is opgewarmd, duwt u de gashendel (M) op de machine in de volgaspositie,
richting
, zodat het motortoerental toeneemt. De plaat begint te trillen.
2. Gebruik de schakelbeugel (B) om de rijrichting te bepalen. Afhankelijk van de positie van
de schakelbeugel verdicht de machine in de stroom of in de retour.
3. Tijdens het werken stuur je de machine op de geleidebalk, maar laat je de machine
het werk doen. Leunen op de beugel is onnodig en veroorzaakt schokdemperslijtage.
4. Op vlakke oppervlakken beweegt de machine vrij snel vooruit. Op oneffen
oppervlakken of hellingen is een lichte voorwaartse druk op de geleidebalk vereist om
de
machine vooruit
te
5. Bij het achteruitrijden moet de bediener de machine van de zijkant leiden
beschermen tegen
kneuzingen tussen
Het werkgebied moet eerst worden vrijgemaakt van obstakels en struikelgevaar moet
worden geëlimineerd. In oneffen terrein, smalle putten en bij het verdichten van grof
materiaal
is
uiterste voorzichtigheid geboden om beknelling en verlies van controle over de
machine
te voorkomen
Gebruik de machine op zo'n manier dat handletsel veroorzaakt door vaste voorwerpen
wordt vermeden .
Wanneer u op hellingen werkt, duwt u de machine iets naar voren. Wanneer u op hellende
oppervlakken werkt, verlaagt u de snelheid door de machine tegen te houden
PAS OP!! Rij hellingen alleen van onderaf. Een helling die je bergop gemakkelijk onder de
knie kunt krijgen, is ook veilig om bergafwaarts te rijden. De bediener mag nooit in de richting
van de val staan. Werk nooit geheel of gedeeltelijk aan de helling.
Tip
Een maximale helling van 20° mag niet worden overschreden. Het overschrijden van
deze helling zou resulteren in een storing van de motorsmering en dus onvermijdelijk een
defect aan belangrijke motoronderdelen.
32
.
helpen
het
uiteinde van de dissel/machine en het obstakel.
.
Let op een veilige stand!
INSTALLATIE
om
zichzelf te