9.
MACHINETRANSPORT
Laat de motor van de machine afkoelen voor transport of voordat u binnen parkeert om
brandwonden te voorkomen en het risico op brand te elimineren. Bovendien moet
ervoor worden gezorgd dat personen niet in gevaar worden gebracht door het kantelen
of laten glijden van de machine, evenals door het op- of neerklappen van
machineonderdelen.
– Schakel de motor
altijd
– Sluit de brandstofkraan, zet deze op UIT en lijn de machine horizontaal uit om brandstof-
of olielekkage
te
voorkomen.
–
Bij transport over langere afstanden
– Gebruik voor het transport
laadvermogen van 200 kg (RP-160HPC), 240 kg (RP-200HPC) en 300 kg (RP-
300HPCA).
– Bevestig de machine op het transportvoertuig tegen rollen, uitglijden of kantelen en sjor
deze bovendien aan het beschermende frame . Bevestig de machine aan de bodemplaat
en niet aan de rubberen bovenkant !
TIP!
Geschikt voor het laden en vervoeren van verdichtingsinrichtingen met hefinrichtingen zijn geschikt
Om de slinger aan de aangewezen ankerpunten te bevestigen.
Laadbruggen moeten dragend en stabiel zijn.
uit
tijdens het
transport en laat hem afkoelen
moet
de brandstoftank volledig worden geleegd.
van
de machine alleen geschikte takels met een minimum
MACHINE DISPATCHER
!
D
23