Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van De Communicatieobjecten - Theben HTS ECO-IR 360EIB-AC Handleiding

Knx/eib productdatabank v3.2
Inhoudsopgave

Advertenties

3.5 Beschrijving van de communicatieobjecten

0: Uitgang licht A: Schakelaar
1: Uitgang licht A: Lichter/donkerder
2: Uitgang licht A: Waarde zetten
3: Uitgang licht A: Statuswaarde
4: Uitgang licht B: Schakelaar
5: Uitgang licht B: Lichter/donkerder
6: Uitgang licht B: Waarde zetten
7: Uitgang licht B: Statuswaarde
8: Uitgangen licht A, B:
Blokkeren/deblokkeren
9: Uitgang aanwezigheid Schakelen
10: Uitgang aanwezigheid
Blokkeren/deblokkeren
11: Parallelschakeling:
M
Trigger In-/uitgang
S
M
M
Theben AG
Toepassingsbeschrijving compact office EIB
Schakelen (aan/uit): Elke schakeluitgang licht zendt
bij het herkennen van een beweging en onvoldoende
lichtsterkte een AAN-telegram en na afloop van de na-
looptijd of bij voldoende lichtsterkte een UIT-telegram.
Constantlichtregeling: Elke uitgang licht begint bij
het herkennen van een beweging en onvoldoende
lichtsterkte met het zenden van waardetelegrammen
(ÎRegeling beginnen met waardetelegram) of een
AAN-telegram (ÎRegeling beginnen met een AAN-te-
legram). Na afloop van de nalooptijd of bij voldoende
lichtsterkte (regelaar al op het minimum) wordt een
UIT-telegram verzonden.
De beide uitgangen licht worden samen geblokkeerd
met een AAN- of UIT-telegram. Bij het begin van de
Zdgcc]jaf_ r]f\]f \] mal_Yf_]f da[`l fYYj c]mr] ……f
van de volgende laatste telegrammen: AAN, UIT, geen
telegram. De uitgangen licht worden d.m.v. een AAN-
of UIT-telegram gedeblokkeerd, complementair aan het
telegram bij het blokkeren. Na het deblokkeren zendt
de melder altijd een actuele toestand of gaat verder
met de constantlichtregeling.
De uitgang aanwezigheid stuurt bij aanwezigheid
(afhankelijk van de lichtsterkte, na eventuele vertraging
door geparametreerde inschakelvertraging) een AAN-
of UIT-telegram of helemaal geen telegram. Na afloop
van de nalooptijd wordt een AAN- of UIT-telegram of
helemaal geen telegram verzonden.
De uitgang Aanwezigheid wordt met een AAN- of UIT-
telegram geblokkeerd. Bij het begin van de blokkering
r]f\l \] mal_Yf_ YYfo]ra_`]a\ fYYj c]mr] ……f nYf \]
volgende laatste telegrammen: AAN, UIT, geen tele-
gram. De uitgang aanwezigheid wordt d.m.v. een AAN-
of UIT-telegram gedeblokkeerd, complementair aan het
telegram bij het blokkeren. Na succesvolle deblokkering
zendt de melder zijn actuele toestand.
(enkel bij master in parallelschakeling of slave)
De trigger- in/uitgang wordt voor de parallelschake-
ling van meerdere aanwezigheidsmelders gebruikt (zie
hoofdstuk 3.4)
Elke melder zendt als trigger-signaal hoogstens twee
AAN-telegrammen per minuut, die door de master wor-
den geëvalueerd. De afstand tussen twee telegrammen
kan tot op 4 min. worden verhoogd.
Opmerking: Er moet in acht genomen worden dat de
afstand tussen twee trigger-telegrammen altijd kleiner
wordt gekozen als de nalooptijden.
Pagina 21
Technische veranderingen en drukfouten voorbehouden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave