U hebt gekozen voor een apparaat van de firma Theben HTS. Wij danken u voor uw vertrouwen. 1. Veiligheid Maak u vóór de montage en inbedrijfstelling met de aanwezigheidsmelder compact passage KNX vertrouwd. Lees daarvoor deze gebruikshandleiding. LET OP! Het apparaat is onderhoudsvrij. De garantie vervalt als het apparaat wordt geopend of eventuele voorwerpen het apparaat binnendringen.
2. Werking en kenmerken De aanwezigheidsmelder compact passage KNX werd speciaal ontwikkeld voor het gebruik in gangen. Het registreert aanwezige personen en meet tegelijkertijd de lichtsterkte voor een gerichte regeling van de verlichting en WTB installaties. ● Aansturing van een of twee lichtgroepen ●...
Pagina 5
2.1 Bedrijfsmodus schakelen De verlichting wordt bij aanwezigheid en onvoldoende lichtsterkte ingescha- keld, bij afwezigheid of voldoende lichtsterkte uitgeschakeld. 2.2 Bedrijfsmodus constante lichtregeling Bij ingeschakelde constante lichtregeling wordt de lichtsterkte op het in- gestelde waarde constant gehouden. De regeling wordt volautomatisch of handmatig met drukknoppen of afstandsbediening gestart.
3. Montage en aansluiting 3.1 Aanwezigheidsregistratie De aanbevolen montagehoogte is 2 tot 3,5 m. Hoe hoger de montagehoogte des te geringer de gevoeligheid van de melder. De registratiebereiken van meerdere melders moeten zich in de randzones over- lappen. Zorg voor een horizontale montage. Bij montagehoogten tussen 3,5 m en 6 m worden de grootte van en afstand tussen de actieve en passieve zones groter.
Registratiebereik (montagehoogte 3,0 m) Opmerking: omdat de compact passage KNX aan beide zijden bijna hori- zontaal in de ruimte inkijkt, worden personen met tangentiële (t) en radiale (r) bewegingen ten opzichte van de melder, in verschillende grootte van gebieden geregisteerd.
Direct kunsticht op de melder moet worden vermeden. 3.3 Aansluiting De compact passage KNX moet in een inbouwdoos worden gemonteerd. Voor opbouwmontage is een opbouwframe verkrijgbaar. 4. Inbedrijfstelling 4.1 Instellingen Alle instellingen worden met behulp van de KNX programmeersoftware ETS uitgevoerd.
4.3 Instelwaarden verlichting (advies) Lichtsterkte Instellen van de gewenste lichtsterkte (Lux) Schaalverdeling ● Doorgangszones (geen werkruimte) ca. 2 ● Lichte gangen ca. 3 ● Uitschakelen van de lichtsterktemeting «on» Afhankelijk van montageplaats, lichtinval, meubilair, reflexie-eigenschappen van de ruimte en meubels kan de instelling met 1–2 strepen op de schaal- verdeling moeten worden gecorrigeerd.
Bij een nalooptijd licht van <= 2 min en een lichtsterkte instelling van <= 2.5: geldt een snellere reactietijd op wijzigingen van de omgevingslichtsterkte bij het aansturen van lichtgroepen. Stand-by-tijd licht Bij geactiveerde stand-by-tijd wordt de verlichting na afloop van de naloop- tijd niet uitgeschakeld, maar blijft in de stand-by-stand staan (ca.10% lichtver- mogen).
Pagina 11
4.5 Inschakelgedrag Na het bijschakelen van de busspanning of downloaden van de pa- rameters door de programmeersoftware ETS doorloopt de melder de opstartfase (door LED weergegeven). 1. Opstartfase (30 s) ● De LED knippert elke seconde. ● Schakelen: naar de uitgangen licht wordt lichtsterkteonafhankelijk een AAN-telegram gezonden ●...
5. Instellen van de lichtsterkte Met de managementafstandsbediening Sendo Pro 868 A kan op zeer een- voudige wijze de gewenste lichtsterkte worden ingesteld. ● Door variëren van kunstlicht en vitrage de lichtsterkte instellen totdat deze in de gang de gewenste waarde heeft bereikt. 200 Lux Voorbeeld: In de gang is 400 lux nodig.
● Als de gezonden waarde te klein is, gaat de LED kort knipperen (sto- ringsknipperen); als de waarde te hoog is, knippert de LED gedurende één seconde. ● De waarde waarbij de melder geen sto- ringsknipperen meer laat zien, maar nog net knippert (bijv.
● De LED geeft direct het bewegingssignaal zonder nalooptijd aan. ● Bij beweging wordt de verlichting ingeschakeld. ● Bij afwezigheid wordt de verlichting na 10 s uitgeschakeld. ● Na afloop van de test moeten de melders met Sendo Pro 868 A of met de ETS weer in de stand „Normale bediening“...
Pagina 15
● De montageplaats moet zo worden gekozen dat de Master het licht van de beide lichtgroepen zo gelijkmatig mogelijk registreert. ● Ter uitbreiding van het registratiebereik kunnen meerdere melders als Slave worden gebruikt. 7.2 Twee melders, één lichtgroep Master: ● Bedrijfsmodus: Master in parallelschakeling ●...
Pagina 16
7.3 Twee melders, twee lichtgroepen Beide melders: ● Elke melder moet zo worden geplaatst dat deze alleen het zelf gere- gelde licht registreert. ● Bedrijfsmodus: Master in parallelschakeling ● Uitgang Licht A actief ● Gewenste bedrijfsmodus instellen: Schakelen of constante lichtregeling ●...
8. Technische gegevens Aanwezigheidsmelder compact passage KNX Registratiebereik horizontaal 360° Aanbevolen montagehoogte 2,0 - 3,5 m / max 6,0 m Maximale reikwijdte 30 x 5 m tangentieel 20 x 5 m radiaal Parameterinstelling Alle parameters kunnen op afstand worden zie „KNX/EIB productdatabase - ingesteld Overzicht“...
9. Garantieverklaring Theben HTS aanwezigheidsmelders zijn met de grootste zorgvuldigheid en met de mo- dernste technologieën geproduceerd en hebben een kwaliteitstest doorstaan. Theben HTS AG garandeert daarom de goede werking bij deskundig gebruik. Als er desondanks gebreken ontstaan, geeft Theben HTS AG garantie volgens de algemene voorwaarden: Let er met name op ●...
10. Verhelpen van storingen Storing Oorzaak Licht wordt niet ingeschakeld Luxwaarde te laag ingesteld; melder op halfautoma- resp. licht wordt uitgescha- tisch ingesteld; licht werd handmatig uitgeschakeld; keld bij aanwezigheid en geen persoon in het registratiebereik; obstakel(s) duisternis storen de registratie; nalooptijd te kort ingesteld; ver- keerde groepsadressering tussen melder en actor Licht brandt bij aanwezig- Luxwaarde te hoog ingesteld;...