Voedingsbeheer
Gebruik Slaapstand, Automatische uitschakeling en Printer aan/uit instellen om elektriciteit te besparen.
Slaapstand
Het stroomverbruik wordt beperkt in Slaapstand. Na oorspronkelijke configuratie van de printer zal deze na
vijf minuten inactiviteit naar Slaapstand gaan.
Gebruik de volgende instructies om de periode van inactivteit te wijzigen vooraleer de printer in slaapstand
gaat.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2.
Druk op Stroombeheer, tik op Slaapstand en selecteer dan de gewenste optie.
Auto Uit
Deze functie schakelt de printer uit na 8 uur inactiviteit om het stroomverbruik te helpen beperken. Met
Automatische uitschakeling wordt de printer helemaal uitgeschakeld. U moet vervolgens de aan-uitknop
gebruiken om deze weer in te schakelen.
Als uw printer deze stroombesparingsfunctie ondersteunt, wordt automatische uitschakeling in- of
uitgeschakeld afhankelijk van de printermogelijkheden en de verbindingsopties. Zelfs wanneer Auto Uit is
uitgeschakeld, schakelt de printer na 5 minuten inactiviteit automatisch in Slaapstand om het energieverbruik
te helpen beperken.
Automatische uitschakeling wordt ingeschakeld als de printer wordt ingeschakeld, als de printer geen
●
netwerk- of Wi-Fi Direct-mogelijkheid heeft of deze mogelijkheden niet gebruikt.
Automatische uitschakeling wordt uitgeschakeld als de draadloze of Wi-Fi Direct-mogelijkheid van de
●
printer is ingeschakeld of als een printer met een USB-aansluiting een USB-verbinding maakt.
Printer aan/uit instellen
Gebruik deze functie om de printer op de geselecteerde dagen automatisch in of uit te schakelen. U kunt
bijvoorbeeld de printer instellen om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van
maandag tot vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends.
Gebruik de volgende insructies om de dagen en de tijdstippen voor de in- en uitschakeling in te stellen.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
2.
Raak Energiebeheer en Planning printer Aan/Uit aan.
3.
Druk op Planning aan of Planning uit om de functie in te schakelen en volg de instructies op het scherm
om de dag en tijd in te stellen waarop u de printer in of uit wilt schakelen.
VOORZICHTIG:
op de printer.
Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de cartridges mogelijk niet op de juiste positie
teruggezet. Dit kan problemen met de cartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Schakel de printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken. HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel
mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik van de resterende
cartridges of schade aan het inktsysteem te voorkomen.
NLWW
Schakel de printer altijd correct uit met Instellen uit of
(Installatie).
(Installatie).
(de knop Aan/uit ) vooraan links
Voedingsbeheer 117