Fout bij schrijven naar LPT1. Misschien heeft u vóór
de installatie van de software de USB-kabel niet
aangesloten.
1. Maak de USB-kabel los van de printer.
2. Plaats de cd met de printersoftware (of diskette 1
als u diskettes heeft) in de computer.
3. Klik op Start en klik vervolgens op Uitvoeren.
4. Klik op Bladeren en ga naar het cd- of
diskettestation. Selecteer Setup en klik
vervolgens op Openen.
5. Het bestand setup.exe verschijnt in het
dialoogvenster. Klik op OK.
6. Selecteer de optie HP DeskJet 630C Series
software verwijderen om de software
te verwijderen.
7. Sluit de USB-kabel weer op de printer aan. Het
USB-installatiescherm verschijnt opnieuw.
8. Herhaal de stap "De USB en printersoftware
installeren". Zie de Snelle installatieposter of de
elektronische Handleiding.
Bepaalde delen van het document
ontbreken of bevinden zich op de
verkeerde plaats
Oriëntatie van het papier. Als de afdruk onjuist op
de pagina is geplaatst, controleer dan of de juiste
oriëntatie (Staand of Liggend) in de tab Functies
van het dialoogvenster HP Afdrukinstellingen is
geselecteerd.
Papierformaat. Controleer of het correcte
papierformaat in de tab Instelling van het
dialoogvenster HP Afdrukinstellingen is gekozen.
Uitlijnen. Als de kleureninkt en de zwarte inkt niet
zijn uitgelijnd op de afdruk en u twee inktpatronen
gebruikt, moeten de inktpatronen worden uitgelijnd.
Klik op de tab Printerservice in de HP Werkset en
klik vervolgens op Inktpatronen uitlijnen.
Papier laden. Als de afdruk scheef of gedraaid is,
laadt u het papier opnieuw. Schuif de
papierregelaars goed tegen het afdrukmateriaal.
Marge-instellingen. Als er tekst over de rand van de
pagina loopt:
•
Controleer in de gebruikte toepassing of de
marges correct zijn ingesteld.
•
Zorg dat alle onderdelen van het document
binnen het afdrukgebied van de pagina vallen.
12
•
Controleer of u het juiste papierformaat heeft
gekozen in de tab Instelling van het venster
HP Afdrukinstellingen.
Kleuren. Als de kleuren onjuist zijn of ontbreken:
•
Reinig de driekleurenpatroon. Klik op de tab
Printerservice in de HP Werkset en klik
vervolgens op Inktpatronen reinigen.
•
Vervang de driekleurenpatroon.
•
Schakel de optie Afdrukken in grijsschaal in de
tab Geavanceerd van het dialoogvenster
HP Afdrukinstellingen uit.
•
Overweeg of u een optionele zwarte inktpatroon
of HP fotopatroon wilt installeren in het
rechtergedeelte van de inktpatroonhouder.
Communicatie. Als er nonsenstekens op de pagina
worden afgedrukt, is de communicatie tussen de
computer en de printer wellicht verbroken. Zet de
computer en de printer uit en daarna weer aan. Als
het probleem niet is verholpen, controleert u of
alle kabels stevig zijn aangesloten.
Contacten van de inktpatroonhouder. Het kan zijn
dat het achterplaatje tussen de rechterinktpatroon
en de inktpatroonhouder moet worden gereinigd.
Dit probleem kan zich voordoen als een optionele
inktpatroon wordt toegevoegd nadat de printer is
gebruikt met slechts één inktpatroon. Reinig het
achterplaatje als volgt:
1. Zet de printer aan en open de kap. Haal het
netsnoer uit de achterzijde van de printer nadat
de inktpatroonhouder naar een bereikbare
positie is geschoven.
WAARSCHUWING: Raak de inktsproeiers of de
koperen contacten van de inktpatroon NIET aan.
Het aanraken van deze onderdelen kan leiden tot
verstoppingen, problemen met de inkt en slechte
elektrische verbindingen.
2. Pak de bovenzijde van de rechterinktpatroon
vast en trek de patroon naar u toe tot hij
losspringt. Neem de inktpatroon uit de houder.
LET OP: Raak de elektrische contacten in de
houder niet aan.