Lucht in het circuit kan een storing van de extra verwarming veroorza-
ken:
▶ Tap zoveel mogelijk af via de ontluchtingsklep.
Indien aanwezig, mag de boiler alleen worden gevuld bij het opstarten
van de unit.
Als het systeem in werking is, mag u de zwarte plastic afdekking niet op
het ontluchtingsventiel aan de bovenzijde van de unit bevestigen.
▶ Open het ontluchtingsventiel, draai het minstens 2 volledige slagen
linksom om lucht uit het systeem te laten ontsnappen.
Afb. 59 Vullen / bijvullen met water
Het is mogelijk dat tijdens het vullen niet alle lucht uit het systeem kan
worden afgevoerd: de resterende lucht wordt tijdens de eerste uren dat
het systeem in werking is via de automatische ontluchtingsventielen af-
gevoerd.
Daarom kan het nodig zijn om het systeemwater bij te vullen wanneer de
unit is uitgeschakeld. De waterdruk die op de drukmeter wordt aangege-
ven, is afhankelijk van de temperatuur: water met een hogere tempera-
tuur heeft een hogere druk.
▶ Houd de waterdruk altijd > 0,3 bar om te voorkomen dat er lucht in
het systeem komt.
De unit kan water afvoeren via het overstroomventiel.
▶ Controleer de systeemdruk regelmatig.
8
Elektrische aansluitingen
• De vaste bedrading moet zijn voorzien van een magnetothermische
aardlekschakelaar of een ander isolatiemiddel met contactscheiding
op alle polen, dat moet worden geplaatst in overeenstemming met de
geldende wet- en regelgeving.
• De bescherming moet worden gedimensioneerd in overeenstem-
ming met de elektrische gegevens die door de fabrikant zijn opgege-
ven.
• Koppel de voeding los voordat u aansluitingen uitvoert en wacht
10 minuten totdat de DC-buscondensors van de compressoromvor-
mer een lage restspanning hebben.
• Gebruik alleen koperen kabels.
• Druk de kabelbundels niet plat en voorkom dat ze in contact komen
met buizen en eventuele scherpe randen.
Logatherm WLW156 – 6721874985 (2024/07)
• De installatie van elektrische componenten en aansluitingen ter
plaatse moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektri-
cien en in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
• De lokale elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd vol-
gens het schakelschema van de unit en volgens de onderstaande in-
structies.
• Gebruik een aparte stroomvoorziening. Gebruik nooit een stroom-
voorziening die ook door andere apparatuur wordt gebruikt.
• Aard de unit.
• Sluit de aarddraad niet aan op gas- of waterleidingen, bliksemaflei-
ders of aardkabels van telefoonsystemen.
• Onjuiste aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
• Installeer een aardlekschakelaar (30 mA).
• Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een elektri-
sche schok tot gevolg hebben.
• Installeer de nodige zekeringen of aardlekschakelaars.
• Stroom- en datakabels moeten zo gescheiden mogelijk worden ge-
legd om mogelijke interferentie te voorkomen. Neem bij parallelle
plaatsing van de buizen gemakshalve de volgende afstanden in acht:
300 mm voor nominale stromen onder 10 A en 500 mm voor nomi-
nale stromen tussen 10 en 50 A.
8.1
Voorzorgsmaatregelen voor elektrische aansluitin-
gen
Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen voordat u elektrische aan-
sluitingen uitvoert:
▶ zet elektrische kabels vast met kabelbinders zodat ze niet in contact
komen met de buizen (vermijd vooral contact met de buizen van het
koelcircuit aan de hogedrukzijde).
▶ zorg ervoor dat er geen kracht van buitenaf op de aansluitklemmen
wordt uitgeoefend.
▶ zorg er bij het installeren van de aardlekschakelaar voor dat deze
compatibel is met de omvormer (bestand tegen hoogfrequente elek-
0010051918-001
tromagnetische interferentie) om onnodige activering van de scha-
kelaar te voorkomen.
▶ Als een 3-wegventiel in het systeem vereist is, adviseren we om de
meegeleverde kit als optie te gebruiken. Het verdient echter de voor-
keur om een kogeltype te kiezen om een volledige scheiding tussen
het warmwatercircuit en het systeemcircuit te garanderen. In ieder
geval moeten ventielen met lage lekkage worden gebruikt. Bij gebruik
van een 2- of 3-wegventiel in het circuit is het raadzaam dat de maxi-
male schakeltijd minder is dan 60 seconden. Een schakeltijd van
30 s wordt aanbevolen.
De differentiële aardlekschakelaar moet van het type met snelle active-
ring 30 mA (<0,1 s) zijn.
De unit is uitgerust met een omvormer. De installatie van een vermo-
gensfactorcondensor verstoort niet alleen het verbeterende effect van
een dergelijke unit op de vermogensfactor, maar kan er ook voor zorgen
dat de condensor oververhit raakt door hoogfrequente golven.
▶ Installeer geen vermogensfactorcondensor om eventuele ongeluk-
ken te voorkomen.
Elektrische aansluitingen
8
53