2
1
WLW156-4 MB AR - WLW156-6 MB AR
4
WLW156-6 MB AR -
WLW156-16 MB AR/WLW156-16 MB AR P3
4
4
Afb. 48 Condensafvoer
[1]
Condensaatafvoerbuis (te voorzien door de klant)
[2]
DTX = lekbak (apart geleverd accessoire)
[3]
Montagebeugels voor unit (apart geleverd accessoire)
[4]
Aansluiting condensaatafvoer Ø 30
[5]
Vorstlijn
[6]
Laag grind of kiezelstenen om te helpen bij de afvoer van condens
[7]
De afvoeropening is afgedekt met een rubberen stop
▶ Als de kleine afvoeropening niet voldoende is, gebruik dan de grote
afvoeropening.
Voorwaarden voor circulatiepompen
▶ De minimale waterdruk moet ≥ 1 bar zijn;
▶ De maximale waterdruk moet ≤ 3 bar zijn;
VOORZICHTIG
Circulatiepompen mogen niet in serie worden geïnstalleerd!
Cavitatie van circulatiepompen kan optreden, waardoor de circulatie-
pomp beschadigd raakt.
Berekeningen moeten worden uitgevoerd wanneer de systeemoplos-
sing zoals die is ontwikkeld voor de installatielocatie de geadviseerde
circulatiekarakteristieken overschrijdt, die zijn gespecificeerd in de in-
stallatiehandleiding.
Logatherm WLW156 – 6721874985 (2024/07)
4
WLW156-18 MB AR P3 -
WLW156-30 MB AR P3
7
4
4
Bedrijf van de circulatiepomp
De circulatiepompen zijn uitgevoerd met verschillende typen regeling,
die in het veld kunnen worden ingesteld en kunnen worden gebruikt bij
verschillende systeemtypen.
1. Circulatiepomp met constant toerental
De pomp werkt conform één van de drie klassieke vooringestelde be-
drijfscurven op constant toerental.
2. Circulatiepomp met proportionele opvoerhoogte
Een bedrijfcurve is ingesteld waarbij de circulatiepomp de opvoer-
hoogte vermindert zodra de warmtevraag in het systeem afneemt of
waarbij de circulatiepomp de opvoerhoogte verhoogt zodra de
warmtevraag toeneemt, teneinde energie te besparen en een stiller
bedrijf te realiseren. Het is mogelijke tussen drie vooringestelde cur-
6
Installatie
5
6
7
0010052799-001
45