Kleine waarden leiding tot snelle verplaatsingen in de regelaar
en kunnen tot schommelingen leiden.
Pomppuls-functie (temperatuur-controlefunctie)
Installatie 2, 9: Geen functie
Installatie 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13: Door kort inschakelen van
de collectorpomp wordt het verwarmde warmtedragermedium van
de collector naar de sensor getransporteerd, zodat de temperatuur
van de collector gemeten kan worden.
P60 Pulsduur zonne
P60 = Uit: Pomppuls-functie uitgeschakeld.
P60 = 2 – 59 s: Looptijd van de collectorpomp bij pomppuls.
P61 Pulspauze zonne
P61 = 2 – 60 min: Wanneer de collectorpomp gedurende de hier
ingestelde duur niet heeft gedraaid, wordt de pomp gedurende de
zogenaamde pulsduur zonne (P60) ingeschakeld.
P62 Pulsgraad zonne
P62 = 1 – 5 min: In deze tijdsspanne wordt na een pomppuls
het verloop van de collectortemperatuur gecontroleerd. Als de
temperatuur met 0,5 K stijgt, dan blijft de pomp een extra minuut
draaien.
P63 T-Vorst Bev
P63 = Uit: Functie is uitgeschakeld
P63 = -5 – +5 °C: Indien de collectortemperatuur onder de
hier ingestelde vorstbeschermtemperatuur daalt, worden de
collectorpompen ingeschakeld. De collectorpompen worden terug
uitgeschakeld, als P63+2 K bereikt is.
Monteur – Parameters
43