Monteur – Instellen
Monteur – Instellen
WAARSCHUWING
Foutieve instellingen kunnen leiden tot slechte werking en schade
aan de verwarmingsinstallatie! De parameters vanaf nr. 21 mogen
alleen worden veranderd door een vakman.
1 Keuzeschakelaar op
"Monteur instelling" draaien.
Σ
kWh
Het display toont de opties, waarmee de verwarmingsregeling
kan worden ingesteld.
2 Met de draaiknop gewenste optie (Assistent, Parameter,
Relaistest of Reset) selecteren.
3 Op de OK-toets drukken.
Assistent (Instellen installatie)
Via de assistent kan de verwarmingsinstallatie door selecteren
van het aantal aangesloten sensoren en actoren comfortabel
geïnstalleerd worden.
Alternatief kan via parameter 22 een passend installatieschema
geselecteerd worden, zie pagina 37 (P22 Systeemkeuze)
Voor het veranderen van de instellingen moet een code worden
ingevoerd (fabrieksinstelling 0000).
4 Code invoeren.
Het display toont "Verkeerde code" indien er een verkeerde code
werd ingevoerd. Stap 4 met de juiste code herhalen.
5 Op de OK-toets drukken.
32
Op het display wordt het aantal collectoren gevraagd.
hydraulische Model
Hoeveel zonnepanelen
selectie
6 Met de draaiknop het aantal (0, 1 of 2) eventueel aanpassen.
7 Op de OK-toets drukken.
8 Aansluitend het aantal aangesloten tanks, mengers, vaste
stof-ketels, pompen, en ventielen anpassen en met de OK-
toets bevestigen.
Het display geeft het installatieschema en het installatienummer
(links boven).
Indien er meerdere installatieschema's ter beschikking staan, dan
kunnen ze via de draaiknop geselecteerd worden - zie daartoe
pagina 17 (Installatieschema)
9 Op de OK-toets drukken.
Het display toont "Wachten op Reset" en aansluitend het
software-nr. (405.Exx).
Andere instellingen kunnen in het Expert Menu worden uitgevoerd.
Voor het in bedrij f nemen de keuzeschakelaar terug op
automatisch bedrij f zetten.
0
OK drukken