Inhoudsopgave
Advertenties
Monteur – Elektrische aansluiting
Speciale functies
Naargelang de gekozen installatie kunnen de uitgangen A2 en A3
voorzien worden van speciale functies. De gewenste functie wordt
ingesteld met P54 afzonderlijk voor A2 en A3.
Circulatiepomp
Een circulatiepomp kan via de parameter P54 = 1, P54 = 2 of P54
= 3 geactiveerd worden.
P54 = 1: De circulatiepomp wordt binnen de vrijgavetijden (P09
Circulatie Pomp EEN/P10 Circulatie Pomp UIT) blijvend ingeschakeld.
P54 = 2: Bij kortsluiting aan de impulsingang wordt de circulatiepomp
voor de ingestelde inschakelduur P55 ingeschakeld. Opnieuw
inschakelen is pas mogelijk na verloop van de ingestelde terug
inschakelen-vergrendeling P56. De inschakeling gebeurt enkel tijdens
de vrijgaveduur (P09 Circulatie Pomp EEN/P10 Circulatie Pomp UIT).
P54 = 3: Activeren bij actieve antilegionellafunctie (P53)
A2/A3
P54 = 1
P54 = 2
P54 = 3
28
A2/A3
Naverwarming
De naverwarmingsfunctie, bijv. via een elektrische verwarmingsstaaf,
kan via de parameter P54 = 4 (tank 1) of P54=5 (tank 2) ingeschakeld
worden.
Het extra verwarmingstoestel wordt vrijgegeven indien de
tanktemperatuur aan F3 bij tank 1 (F5 bij tank 2) met (P34) lager
wordt dan de ingestelde temperatuur (P47).
Insteltemperatuur bij zonopbrengst = (P47- P52).
Het verwarmingstoestel wordt terug afgesloten, zodra de temperatuur
van de tank de insteltemperatuur overschrijdt.
Deze functie wordt tijdens de vrijgaveduur (P07 Verwarmen EEN/
P08 Verwarmen UIT).
F3/F5
A2/A3
Advertenties
Inhoudsopgave
