Geef de coördinaten van het derde secundaire
gereedschappunt in.
De richting van de coördinaat van de ingegeven secundaire referentiepunten is in het voorbeeld
hierboven tegengesteld aan het resultaat op de display. Wanneer een coördinaat van een secundair
referentiepunt in UCS-modus wordt ingevoerd op de positie van het nulpunt in de absolute modus,
zal het resultaat op de display de positie van het absolute nulpunt zijn. Dit omdat de UCS-modus elk
secundair referentiepunt als de oorsprong van het gebruikerscoördinaat ziet.
In afb. 1 bevindt punt O zich ten opzichte van punt 1 op (-20, 70), ten opzichte van punt 2 op (-30,
120) en ten opzichte van punt 3 op (-20, 130). Als de gebruiker het coördinaat van een secundair
referentiepunt invoert op een ander punt dan het absolute nulpunt in de absolute modus, dan zal het
resultaat op de display de positie van dit punt in UCS-modus zijn.
Gebruik van aanvullende referentiepunten
Open de modus voor het zelf ingeven van gereedschappunten door te drukken op
u de pijltjestoetsen gebruikt, moet u deze continu drukken totdat u de gewenste menu-optie heeft
bereikt. Door alleen te drukken op
referentiepunt in.
Het werkstuk is grof bewerkt en moet nu op een fijne manier bewerkt worden. De speling door grove
bewerking bedraagt 0.05.
Stel het absolute coördinaat op punt A in. Gebruik methode I voor het instellen van
gereedschapnulpunten. Het eerste coördinaat staat op (10, -40), het tweede op (20.05, -70) en
(30.05, -120).
Controleer het gereedschap. Begin met het ingeven.
Geef de code in.
Verwerk Ø 20. Begin met de bewerking totdat de displays
van zowel X- als Y-as op 0 staan.
Geef het tweede coördinaat in.
Verwerk Ø 40. Begin met de bewerking totdat de displays
van zowel X- als Y-as op 0 staan.
Geef het derde coördinaat in.
Verwerk Ø 60. Begin met de bewerking totdat de displays
van zowel X- als Y-as op 0 staan.
Keer terug naar de absolute modus. Blijf op de pijltjestoets
drukken, totdat ALE wordt weergegeven.
Draai het gereedschap naar de andere kant, zodat de
andere Ø 40 verwerkt kan worden.
42
verschijnt de melding "Zero no". Vul hier het nummer van het
0. 8
0. 8
0. 8
D
40
B
C
70
25
10
155
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
±
3
A ( 0, 0)
X
X
S E L
,
of
. Indien
13