Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Huvema HU 1010 B-4 SINO Handleiding pagina 41

Inhoudsopgave

Advertenties

8. functies voor draaien
8.1 Instellen secundair referentiepunt
Deze instelling werkt alleen als de digitale uitlezing zich in de absolute modus bevindt (ALE). Alleen
dan kunnen vaste coördinaten worden ingevoerd. ALE is het referentiesysteem. Alle door de gebruiker
ingestelde coördinaten (UCS), waarvan 200 verschillende kunnen worden opgeslagen, worden
gedefinieerd ten opzichte van ALE.
Bij het verwerken van bijvoorbeeld matrijzen, is meer dan 1 referentiepunt nodig. Hoe gecompliceerder
het werkstuk, hoe meer referentepunten er nodig zijn. Door vooraf referentiepunten in te stellen, wordt
veel tijd gewonnen bij het uitvoeren van het werk.
Elk extra referentiepunt staat gelijk aan de coördinaten van 1 gereedschap zoals ingegeven door de
gebruiker.
De referentiepunten worden bewaard als coördinaten ten opzicht van het absolute nulpunt. Als het
absolute nulpunt wordt gewijzigd, wijzigen de referentiepunten ook.
Ga als volgt te werk:
1.
Kies de absolute modus. Het eerste ingestelde nulpunt is tevens het belangrijkste referentiepunt
van het werkstuk (punt 0 in de afbeelding). Geef verdere referentiepunten in op de coördinaten van
de gereedschappen (punten 1, 2 en 3 in de afbeelding).
2.
Het is mogelijk om speciale functies te gebruiken als een door de gebruiker ingegeven
referentiepunt wordt weergegeven op de uitlezing.
Het ingeven van secundaire referentiepunten kan op twee manieren gebeuren:
Methode 1
Werken met een reset op het moment dat een secundair referentiepunt is bereikt. Druk hiertoe op
of
.
Methode 2
Gebruik de afbeelding als voorbeeld. Beweeg
na het inschakelen van de machine het
gereedschap naar punt O (zie afb.).
Selecteer de absoute modus.
Plaats het gereedschapnulpunt in de absolute modus op
het referentiepunt van het gereedschap. Stel zowel de X-
als de Y-as op 0.
Het systeem slaat de gegevens automatisch op in het
geheugen.
Ga over tot UCS. Dit kan op 2 manieren:
1.
2.
Geef de coördinaten van het eerste secundaire
gereedschappunt in.
Geef de positie van het volgende gereedschap in.
Geef de coördinaten van het tweede secundaire
gereedschappunt in.
Geef de positie van het volgende gereedschap in.
25
3( 20, - 130)
2( 30, - 120)
10
±
7
of
3
±
of
3
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
O ( 0, 0)
40
X
70
1( 20, - 70)
155
S E L
S E L
Y
Y
12
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave