5) Plaats de afdekkingskap weer door hem op het onderste element te schuiven en ga na of hij helemaal is aangeduwd, fig. 26.
6) Schroef de twee onderste schroeven opnieuw vast, fig. 26.
4.8. Ingebruikstelling
LET OP: alvorens ingrepen op de installatie of op de aandrijving te verrichten moet de elektrische voeding worden afgekoppeld.
Volg de punten 10, 11, 12, 13 en 14 van de ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN nauwgezet op.
Bereid de kanalen voor volgens de aanwijzingen van fig. 3, en maak de elektrische aansluitingen van de elektronische apparatuur
en de gekozen accessoires.
Houd de voedingskabels gescheiden van de bedienings- en veiligheidskabels (sleutelschakelaar, ontvanger, fotocellen enz.).
Gebruik aparte buizen, om elektrische storingen in de besturingseenheid te vermijden.
1) Geef het systeem voeding en controleer de status van de leds aan de hand van de tabel in de instructies van de elektronische
apparatuur.
2) Programmeer de elektronische apparatuur volgens uw eisen, aan de hand van de bijbehorende instructies.
• Controleer zorgvuldig of het automatische systeem en alle accessoires die ermee verbonden zijn goed werken, en besteed
vooral aandacht aan de veiligheidsvoorzieningen.
• Overhandig het boekje "Handleiding voor de gebruiker" en het Onderhoudsblad aan de eindgebruiker.
• Leg de gebruiker de werking van het automatische systeem en de manier waarop het gebruikt moet worden, uit.
• Laat de gebruiker zien in welke gebieden van het automatische systeem mogelijk gevaar kan ontstaan.
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
9
2
1
3
Fig. 26