Kabelafscherming en
aarding
Aansluitkabel
voor Ex-toepas-
singen kiezen
Ronde connector M12 x 1
VEGABAR 14 conform MB 3517
Sluit de kabelafscherming aan beide zijden aan op het aardpotentiaal.
Indien potentiaalvereffeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de verbinding aan de signaalzijde via een keramische condensator
(bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De laagfrequente poten-
tiaalvereffeningsstromen worden nu onderdrukt, de beschermende
werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter behouden.
Waarschuwing:
Binnen galvanische installaties en bij tanks met kathodische corro-
siebescherming bestaan grote potentiaalverschillen. Hier kunnen bij
tweezijdige randaarde grote compensatiestromen via de kabelaf-
scherming ontstaan. Om dat te voorkomen, mag bij deze toepas-
singen de kabelafscherming slechts aan één zijde in de schakelkast
op het aardpotentiaal worden aangesloten. De kabelafscherming mag
niet op de interne aardklem van de sensor worden aangesloten en de
externe aardklem op de behuizing mag niet op de potentiaalver-
effening worden aangesloten.
Informatie:
De metalen delen van het instrument (antenne, meetversterker,
omhullingsbuis, enz.) zijn geleidend met de interne en externe
aardklem op de behuizing aangesloten. Deze verbinding is direct
metaal op metaal of bij instrumenten met externe elektronica via de
afscherming van de speciale verbindingskabel. Specificaties omtrent
de potentiaalverbindingen binnen het instrument vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden.
5.2 Aansluitschema
2
3
Fig. 2: Aansluitschema ronde connector M12 x 1, aanzicht op aansluiting
instrumentzijde
Voedingsspanning en signaaluitgang
1
5 Op de voedingsspanning aansluiten
1
+
1
-
11