Storingen oplossen
Diagnose
Storingsindicatie met knippercode
Storing
Brander start niet (met sto-
ringsindicatie), signaallamp
brandt.
Brander start niet (met sto-
ringsindicatie).
Brander start, maar er
vormt zich geen vlam.
Brander start, vlam stopt
tijdens de startfase
Pomp voert geen olie aan.
18
Knipperco-
Oorzaak van de storing
de rood
10 x
Elektrische aansluiting fout,
aders "L 1" en "N" verwisseld of
branderautomaat defect.
10 x
Externe spanning op "S3" of "B4"
2 x
Motor defect
2 x
Koppeling tussen motor en olie-
pomp defect
2 x
Oliepomp blijft hangen of loopt
slechts moeizaam.
8 x
Olievoorverwarmer defect
2 x
Ontstekingselektroden niet goed
ingesteld
2 x
Ontstekingselektroden vochtig en
verontreinigd
2 x
Isolatiemantel van de ontste-
kingselektroden gescheurd.
2 x
Ontstekingstransformator defect
2 x
Ontstekingskabel defect
2 x
Pomp voert geen olie aan.
2 x
Timer is defect.
Ventilatormotor schakelt niet kort-
stondig uit als de magneetklep in-
schakelt.
2 x
Recirculatiespleet niet goed inge-
steld
2 x
Afsluitkranen aan de filter of in de
olieleiding gesloten.
2 x
Filter verstopt
2 x
Koppeling tussen motoren en
pomp defect
2 x
Aanzuigleiding of filterbehuizing
lek
2 x
Olieslangen voor aanvoer en re-
tour verwisseld.
2 x
Te hoog vacuüm in de aanzuiglei-
ding (meer dan 0,3 bar)
2 x
Externe antihevelklep is defect.
Maatregel
Elektrische aansluiting controle-
ren.
Bij correcte faseaansluiting de
branderautomaat vervangen.
Elektrische aansluiting controle-
ren.
Motor vervangen.
Koppeling vervangen.
Oliepomp reinigen of vervangen.
Olievoorverwarmer vervangen.
Correct instellen (zie hoofd-
stuk "Menginrichting controleren
en instellen").
Blok van de ontstekingselektro-
den reinigen.
Blok van de ontstekingselektro-
den vervangen.
Ontstekingstransformator vervan-
gen.
Ontstekingskabel vervangen.
Manometer en vacuümmeter aan
pomp monteren en controleren of
druk wordt opgebouwd (zie vol-
gende paragraaf).
Timer op functioneren controle-
ren, eventueel vervangen.
Recirculatiespleet correct instel-
len (zie hoofdstuk "Recirculatie-
spleet controleren").
Kleppen openen.
Filter reinigen (stookoliefilter en
pompfilter), eventueel vervangen.
Koppeling vervangen.
Schroefverbindingen natrekken.
Olieleidingen controleren op lek-
ken en afdichten.
Aansluitingen aan de hand van
aanduiding op pomp corrigeren.
Doorsnede van de olieleidingen
controleren. Filter vervangen. Ex-
terne stookolieklep controleren.
Externe antihevelklep controle-
ren, evt. vervangen.