Montage/installatie van apparatuur
Wanneer de machine naar een geschikte plaats is
getransporteerd moet de machine worden aangesloten:
•
Zet de hoofdschakelaar in de stand '0'.
•
Sluit de ingaande elektriciteitskabel aan (380-480 V, 32 A
europastekker). Aandrijfunits die zijn uitgerust met een
eenfasecontact (230 V) moeten tevens een nuldraad
hebben omdat het contact anders niet zal werken. De
krachtbron zal ook werken als er geen nuldraad aanwezig
is.
Voor volledige benutting van het vermogen moet de
aandrijfunit worden aangesloten via een 32 A-zekering.
Bij een 16 A- of 25 A-zekering is de vermogensopbrengst
lager, zodat de zekering niet wordt overbelast. Deze
selectie wordt gemaakt bij het opstarten van de
aandrijfunit.
MONTEREN
•
Sluit de waterslang aan op de ingaande wateraansluiting.
De aandrijfunit is voorzien van een elektrische waterklep,
die wordt gesloten wanneer de aandrijfunit wordt
geactiveerd. Als de aandrijfunit geen stroom krijgt, gaat
de klep open, zodat het koelwater kan weglopen als er
kans op vorst bestaat.
•
Sluit de voedingskabel en de waterslang aan tussen de
aandrijfunit en de zaageenheid.
•
Sluit de afstandsbediening aan met de meegeleverde
CAN-bus kabel. Schroef het kabelcontact met de hand
vast.
– 37
Dutch