Veiligheidsuitrusting van de
machine
In dit hoofdstuk wordt verklaard wat de veiligheidsonderdelen
van de machine zijn, welke functie ze hebben en hoe de
controle en het onderhoud moeten uitgevoerd worden om
hun goede werking veilig te stellen. Bekijk het hoofdstuk Wat
is wat? om te zien waar deze onderdelen zich bevinden op uw
machine.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
!
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven in
dit hofdstuk. Als uw machine niet door alle
controles komt, moet u ermee naar uw
servicewerkplaats voor reparatie.
BELANGRIJK! Om service en reparaties aan de machine
uit te voeren, moet u een speciale opleiding hebben. Dit
geldt vooral voor de veiligheidsuitrusting van de machine.
Als de machine één van de volgende controles niet goed
doorstaat, moet u ermee naar uw servicewerkplaats gaan.
Als u één van onze producten koopt, garandeert dit dat de
reparaties en service door een vakman kunnen worden
uitgevoerd. Als u uw machine heeft gekocht bij één van
onze dealers die geen servicewerkplaats heeft, vraag hem
dan waar de dichtstbijzijnde erkende werkplaats is.
Startknop
De startknop moet ingedrukt worden gehouden om de
schijfrotatie te kunnen starten. Zo wordt voorkomen dat de
schijfrotatie onopzettelijk kan worden gestart.
De startknop controleren
•
Draai aan de knop voor schijfrotatie zonder de startknop
ingedrukt te houden.
De schijfrotatie mag niet starten.
•
Houd de startknop ingedrukt en draai aan de knop voor
schijfrotatie.
Nu start de schijfrotatie.
34 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Noodstop en stopknop
De aandrijfunit is voorzien van een noodstop en de
afstandsbediening heeft een stopknop. Hiermee kan de
aandrijfunit snel worden uitgeschakeld.
De noodstop en de stopknop controleren
•
Start de schijfrotatie.
•
Druk op de noodstop op de aandrijfunit en controleer of de
schijfrotatie stopt. Controleer hetzelfde bij de stopknop op
de afstandsbediening.
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar schakelt u de stroomtoevoer naar de
aandrijfunit in en uit. De hoofdschakelaar moet in de stand '0'
staan wanneer u de voedingskabel aansluit.
De hoofdschakelaar controleren
•
Zet de hoofdschakelaar in de stand '0'.
•
Probeer de zaag te starten.
De zaag mag niet starten.