Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdmenu
Sensorkalibratie
onder vacuüm
BELANGRIJK!
80
4. Selecteer het contextmenu Kalibratie vacuümsensoren uit:
4.
Settings\Administration\VACUU·BUS\Adjust Vaccum Sensors
Settings\Administration\VACUU·BUS\Adjust Vaccum Sensors
5.
5. Tip op het veld Actuele waarde
6. 6. Voer de huidige drukwaarde in het pop‑upvenster in. Het
mogelijke waardebereik wordt weergegeven in het pop‑up‑
venster.
7. 7. Bevestig de invoer.
5 Vacuümsensor gekalibreerd onder atmosfeer.
7.2.3 Kalibratie onder vacuüm (nulpunt)
7.2.3
Kalibratie onder vacuüm (nulpunt)
Kalibratie VACUU·SELECT sensor, VACUU·VIEW, VSK 3000
Kalibratie onder vacuüm is alleen mogelijk bij een druk < 20 mbar.
1. 1. Om het nulpunt te kalibreren, evacueert u de vacuümsensor
op een druk < 0,1 mbar.
Controleer het vacuüm indien mogelijk met een gekalibreerde
referentiemeter. Als de daadwerkelijke druk tijdens kalibratie <
0,1 mbar is, is de kalibratiefout verwaarloosbaar. Als de druk
tijdens kalibratie > 0,1 mbar is, is het apparaat niet optimaal
gekalibreerd en moet het op een referentiedruk worden geka‑
libreerd,
zie hoofdstuk: 7.2.4 Kalibratie onder vacuüm (refe-
rentiedruk) op pagina 81
rentiedruk) op pagina
2. Selecteer het contextmenu Kalibratie vacuümsensoren uit:
2.
Settings\Administration\VACUU·BUS\Adjust Vaccum Sensors
Settings\Administration\VACUU·BUS\Adjust Vaccum Sensors
3.
3. Tip op het veld Actuele waarde
4. 4. Voer 0 (nul) in het pop‑upvenster in.
5. 5. Bevestig de invoer.
5 Vacuümsensor onder vacuüm gekalibreerd.
van de te kalibreren sensor.
Actuele waarde
7.2.4 Kalibratie onder vacuüm (refe-
81.
van de te kalibreren sensor.
Actuele waarde
20999346_NL_VACUU·SELECT_V1.13_220524
Advertenties
Inhoudsopgave
