Productbeschrijving
Voorbeeld
VACUU·BUS‑prin‑
cipe met verschil‑
lende componenten
26
3.3 VACUU·BUS-randapparatuur
3.3
VACUU·BUS-randapparatuur
Externe ventielen, vulpeilsensoren en vacuümsensoren (tot in
het fijnvacuümbereik) zijn componenten die via de VACUU·BUS
rechtstreeks op de controller kunnen worden aangesloten.
Via de componentenherkenning kunnen altijd en heel eenvoudig
VACUU·BUS‑componenten worden toegevoegd of verwijderd.
Door het activeren van de componenten is het mogelijk om aan‑
gesloten componenten mogelijk in of uit te schakelen.
VACUU·BUS-componenten
Bij het inschakelen controleert de controller de actuele configu‑
ratie. VACUU·BUS
VACUU·BUS ‑componenten worden automatisch herkend
en net zolang gebruikt en bewaakt totdat de controller wordt uit‑
geschakeld. Als een eerder aangesloten component niet meer
wordt aangetroffen, geeft de controller een storingsmelding.
Bij de VACUU·SELECT
VACUU·SELECT kunnen alle VACUU·BUS
componenten afzonderlijk in‑ of uitgeschakeld worden
zonder dat de stekker uit het stopcontact hoeft te
worden getrokken. Ook het ventilatieventiel van een
VACUU·SELECT‑sensor kan gewoon met de controller
VACUU·SELECT‑sensor
worden uitgeschakeld.
zie ook het hoofdstuk: 7.1.10 Administratie/VACUU·BUS
1 zie ook de tabel in hoofdstuk: 9.2 Bestelgegevens op pagina 97
(clients)
1
7.1.10 Administratie/VACUU·BUS
9.2 Bestelgegevens op pagina 97
20999346_NL_VACUU·SELECT_V1.13_220524
VACUU·BUS
VACUU·BUS ‑