Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdmenu
78
7.2 Kalibratie vacuümsensor
7.2
Kalibratie vacuümsensor
Met de controller kunnen vacuümsensoren van het type
VACUU·SELECT Sensor , VACUU·VIEW
VACUU·SELECT Sensor
tended , VSK 3000
tended
VSK 3000 en VSP 3000
kalibreerd.
> Neem de Handleiding van de vacuümsensor in acht.
7.2.1
7.2.1 Sensorkalibratie, algemeen
Sensorkalibratie, algemeen
Kalibreren behoort niet tot de dagelijkse bediening. Een kalibratie
hoeft alleen te worden uitgevoerd als de meetwaarden van een
standaard afwijken of als er onregelmatigheden in de drukweer‑
gave optreden.
Als het vacuümsysteem vuil is, door bijv. olie, deeltjes of vocht,
kunnen onzuiverheden in de vacuümsensor de kalibratie
vervalsen.
> Reinig vervuilde vacuümsensoren voorafgaand aan de kali‑
bratie zie Handleiding van de vacuümsensor.
AANWIJZING
AANWIJZING
Bij herkalibratie moeten de referentiedrukken nauwkeurig
bekend zijn.
De onzekerheid bij het bepalen van de referentiedruk
wordt direct weerspiegeld in de meetonzekerheid van de
sensor.
Voer een kalibratie uit in twee stappen: onder atmosferische
>
druk en onder vacuüm.
Als de huidige drukwaarde in een bereik ligt waarin kalibratie
>
niet mogelijk is, is het veld voor het invoeren van de
drukwaarde inactief.
Controleer het vacuüm indien mogelijk met een geka‑
>
libreerde referentiemeter. Als onder vacuüm wordt
gekalibreerd op het eindvacuüm van een vacuümpomp
en de druk niet wordt bepaald met een nauwkeurige
vacuümmeter, kan er een meetfout ontstaan, vooral als
de vacuümpomp het eindvacuüm niet meer bereikt (bij‑
voorbeeld door condensaat, storing, vervuiling of lekkage).
Als de atmosferische druk op de locatie van het apparaat
>
niet precies bekend is (houd rekening met de hoogte boven
zeeniveau!), moet de kalibratie bij atmosferische druk
achterwege worden gelaten!
VACUU·VIEW , VACUU·VIEW ex‑
VSP 3000 van VACUUBRAND worden ge‑
20999346_NL_VACUU·SELECT_V1.13_220524
VACUU·VIEW ex‑
Advertenties
Inhoudsopgave
