10.2.106 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden
Opmerking
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'apparaatfunctie' op
'enkel apparaat' of 'masterapparaat' staat, en de parameter 'soort stelgrootte' op
'fan-coil' staat.
10.2.107 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden — aantal ventilatorstanden
Opties:
Met de parameter wordt het aantal ventilatorstanden aangegeven die de aktor voor de
aansturing van de fan-coil-ventilator moet gebruiken.
10.2.108 Fan-coil instellingen – ventilatorstanden — formaat standenuitgave
Opties:
–
0..5: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden in het formaat 1 byte als tellerwaarden 0..3
resp. 0..5 uitgegeven.
–
0..255: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden als percentage uitgegeven. Voorbeeld
ventilator met 5 standen: de standenwaarde 1 wordt uitgegeven met 20%, de
standenwaarde 5 met 100%.
–
1 bit m uit n: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden met 1-bit-objecten uitgegeven. Er
bestaan net zoveel objecten als ventilatorstanden. Bijvoorbeeld voor stand 2 worden de 1
bit ventilatorstand-objecten 1 en 2 met de waarde 1 uitgegeven, de andere ventilatorstand-
objecten met de waarde 0.
–
1 bit 1 uit n: de standenwaarden (0..3 of 0..5) worden met 1-bit-objecten uitgegeven. Er
bestaan net zoveel objecten als ventilatorstanden. Bijvoorbeeld voor stand 2 wordt alleen
het 1 bit ventilatorstand-object 2 met de waarde 1 uitgegeven. De andere ventilatorstand-
objecten met de waarde 0.
KNX Technisch Handboek 2CKA002273B9209
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
3 standen
5 standen
0..5
0..255
1 bit m van n
1 bit 1 van n
Applicatie 'RTR'
│70