Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfname; Ingebruikname; Aanvulling Op Bus-Initialisatie; Bij Een Verkeerde Initialisatie - Stiebel Eltron MSMW Bedienings- En Montagehandleiding

Mengventiel- en zwembadmodule voor verwarmingswarmtepompen
Inhoudsopgave

Advertenties

5 Inbedrijfname

5.1 Aanvulling op BUS-initialisatie

(geldt voor paragraaf 4.5.1 en 4.5.2)
Bij de BUS-aansluiting moet absoluut de on-
derstaande volgorde worden aangehouden:
– Netspanning van de afzonderlijke warmte-
pomp aanleggen
– Netspanning van de WPM II aanleggen
– Netspanning van de MSM aanleggen
– Opvragen van de parameter Installatie
onder de installatieparameter Inbedrijfname
van de WPM II. Elk getal van een dag in de
week (1 t/m 7) symboliseert een aangeslo-
ten IWS resp. de MSM. In de dagweergave
mag nog geen cijfer verschijnen.
De MSM moet als eerste apparaat
via de BUS-leiding op de WPM II
worden aangesloten. Maximaal 2 minuten
nadat verbinding tot stand is gebracht
moet op het display van de WPM II het
cijfer 7 in de dagweergave verschijnen. De
communicatie tussen de beide apparaten is
dan tot stand gebracht.
– Verbind de BUS-leiding achtereenvolgens
met de afzonderlijke waterpompen. (zie
montagehandleiding WPM II)

Bij een verkeerde initialisatie

moeten alle IWS's en de MSM worden gere-
set en dus opnieuw geïnitialiseerd worden:
Ga hierbij als volgt te werk:
– Netspanning van de WPM II uitschakelen
– Netspanning van de MSM uitschakelen
– Netspanning van de warmtepompen uit-
schakelen
– Warmtepompen openen
– Alle BUS-verbindingen weer losdraaien
– Netspanning van de warmtepompen
inschakelen
– Reset-knop indrukken. Houd deze knop
ingedrukt totdat de 3 LED's continu
branden. Reset-knop weer loslaten. Daarna
is de IWS pas gereset en gereed voor een
nieuwe initialisatie
– Netspanning op WPM II, MSM opnieuw
aanbrengen
– Reset WPM II en MSM
– Instelling van specifieke installatieparameters
in de ingebruiknamelijst
Wanneer de centrale BUS-leiding
tussen WPM II en warmtepomp of
tussen MSM en WPM II onderbroken is,
wordt de complete warmtepompinstallatie
uitgeschakeld.
16

5.2 Systeemconfiguratie

Deze vindt plaats via de instellingen in de
inbedrijfnamelijst.
De inbedrijfnamelijst (zie pag. 0) bevat alle
instellingen voor de werkwijze van de MSM.
Bij storingen in de installatie moeten eerst
de instellingen van de inbedrijfnamelijst
worden gecontroleerd.

5.3 Reset-opties MSM

5.3.1 Reset door te draaien aan de draaiknop
Auto naar reset en weer terug. De specifieke
programmering blijft behouden.
5.3.2 Reset door te draaien aan de draaiknop
Auto naar reset en weer terug bij gelijktijdig
indrukken van de PRG-toets. In het display
moet EEPR verschijnen. (Hardware-reset van
de EEPROM). De MSM wordt gereset naar
de stand waarin deze in de fabriek is ingesteld,
inclusief het codenummer.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Msms

Inhoudsopgave