Inhoudsopgave
Advertenties
Verzenden van faxen > Methodes voor het opgeven van een bestemming
3
4
Selecteer de verzendinstellingen.
Subadrescommunicatie, gecodeerde verzending, startsnelheid verzending en ECM kunnen
worden ingesteld.
1
Druk op [Details].
2
Selecteer het item waarvan u de instellingen wilt wijzigen en druk vervolgens op
[Bewerken] of [Wijzigen].
Toets
Subadres
Gecodeerde verzending
Startsnelh.verz
ECM
3
Druk op de toets [OK].
Druk op de toets [OK].
Het opgeven van de bestemming wordt beëindigd.
OPMERKING
Wanneer Aan wordt geselecteerd in Contr.nwe best., wordt een bevestigingsscherm voor
het ingevoerde faxnummer weergegeven. Voer hetzelfde faxnummer opnieuw in en druk op
[OK].
Gebruikershandleiding van het apparaat
Voer, om naar meerdere bestemmingen te verzenden, het volgende faxnummer in en druk
op de [OK]-toets. U kunt naar zo veel als 100 bestemmingen tegelijk verzenden.
Stel deze optie in om te verzenden met een subadres.
Raadpleeg de Engelse FAX gebruikershandleiding.
Dit wordt ingesteld wanneer gecodeerde verzending voor het
versturen van de gegevens wordt gebruikt.
Raadpleeg de Engelse FAX-gebruikershandleiding.
Dit wordt ingesteld om de beginsnelheid van het verzenden te
wijzigen. Selecteer de snelheid uit 33.600 bps, 14.400 bps en
9600 bps.
OPMERKING
Normaliter hoort deze instelling op standaard ingesteld
te zijn.
ECM is een communicatiemethode die door de ITU-T
(International Telecommunication Union) gespecificeerd is,
die gegevens opnieuw verzendt wanneer er een fout optreedt.
Faxmachines met een ECM-modus controleren op fouten bij
het communiceren, waardoor vervorming van de afbeelding
door ruis op de lijn en andere condities voorkomen wordt.
3-9
Beschrijving
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
