5.5
Via de interne weergave.
B Open de behuizing van de module IGM
(
afb. 3, pagina 43).
De interne werking bestaat uit een display
(
afb. 9, [5], pagina 56) en bedieningselemen-
ten (
afb. 9, [3] en [4], pagina 56).
5.5.1 Display
Het rechter deel van het display toont:
B de letter C (Command) na het nummer van
een commando;
B de letter E (Error) na een foutcode;
B de letter P (Parameter) na het nummer van
een parameter;
B de eenheid behorende bij een waarde;
B aanvullende informatie.
Het linker deel van het display toont:
B de ingestelde waarde;
B het ingestelde nummer van een commando of
parameter;
B de foutcode.
5.5.2 Bediening
Bedieningselementen (
3
Keuzeknop
- draaien =waarde instellen
- indrukken =instelling/waarde bevestigen
4
Toets modus:
- indrukken =naar hoger niveau terug-keren
Tabel 15 Bediening
B Kies eerst het gewenste nummer door ver-
draaien van knop 3.
B Druk op knop 3 om een commando uit te voe-
ren of een parameter te veranderen. Bij para-
meters verschijnt de actuele waarde.
B Druk op toets 4 wanneer de waarde niet ver-
anderd moet worden. Het nummer van de pa-
rameter verschijnt weer.
6 720 616 621 (2008/11)
afb. 9, pagina 56)
:
Bedrijfs- en storingsmeldingen
B Verdraai knop 3, om de gewenste waarde in te
stellen.
B Druk op toets 4, wanneer de gewijzigde waar-
de niet moet worden overgenomen. De laatst
opgeslagen waarde verschijnt weer.
B Druk op toets 3, wanneer de gewijzigde waar-
de moet worden overgenomen. Het nummer
van de parameter verschijnt weer.
B Kies het volgende nummer.
5.5.3 Foutencodes
De storingen, die door de module IGM worden
gemeld, hebben drie hoofdoorzaken: interne
IGM-storing, storing extern CV-toestel en storing
CV-toestel met Heatronic3. Interne IGM-storin-
gen en storingen externe CV-toestellen genereren
een fout- en oorzakencode; storingen CV-toestel
met Heatronic3 genereren niet altijd een oorza-
kencode.
De fout- en, indien aanwezig, oorzakencodes wor-
den naar de Fx-regelaar gestuurd.
49