Hoofdstuk 1, INSTALLATIE
5. Zet de kachel op zijn plaats. Bevestig de haakse
afvoerbocht aan het uitlaatstuk (de bovenste opening)
Uitlaatstuk
Inlaatstuk
Fig. 11
6. Bevestig de haakse luchtslang aan het inlaatstuk met
de slangklem. Bevestig de haakse afvoerbocht aan de
afvoerpijp met de pijphouder (bevestig ook de pijphou-
der aan de verbinding van de haakse afvoerbocht).
Fig. 12
7. Installatie van een externe brandstoftank
De installatie van een externe brandstoftank is weerge-
geven op een tekening (afbeelding 1-11). Omdat de
installatietechnieken voor brandstoftanks variëren, kan
geen specifieke installatieprocedure worden opgege-
60
All manuals and user guides at all-guides.com
en bevestig de haakse luchtslang aan het inlaatstuk.
Controleer of alles goed vastzit (zie fig. 11).
Bevestig de haakse afvoerbocht aan het uitlaatstuk
door pijpvergrendeling in de klem van het uitlaatstuk
te schuiven (zie fig. 12).
Pijpvergrendeling
ven. Bepaalde criteria bepalen echter de brandstof-
voorzieningswijze voor de kachel. Gebruik de volgende
controlelijst als richtlijn voor de installatie van een
externe tank.
Haakse afvoerbocht
Haakse luchtslang
Pijphouder