4.2
Locatiekeuze
Afb.13
Tilhulpen
4.3
Aansluitschema's
7633032 - v.04 - 10082017
4.2.1
Stookruimte
Eén of meer ketels met een gezamenlijke belasting kleiner dan 130 kW op
bovenwaarde, mogen naar keuze in een stookruimte of opstellingsruimte
zijn opgesteld. Een cascade installatie met een totale belasting op boven
waarde van meer dan 130 kW, moet voldoen aan de richtlijnen die gelden
voor stookruimten.
Raadpleeg NEN 3028: Eisen voor verbrandingsinstallaties.
4.2.2
Montageruimte en afmetingen
Aan de hand van het benodigde op te stellen vermogen, kiest u de gewen
ste combinatie van ketels. Wij adviseren aan de voorzijde van de toestel
len een vrije ruimte van 1 m. De onderlinge afstand tussen de ketels is 3
cm. Bij een Lijnopstellingwandmontage wordt een wandbeugel meegele
verd. Monteer deze op een hoogte zoals wordt aangegeven in de bij het
cascadesysteem meegeleverde Montagehandleiding. Boven de toestellen
adviseren wij een vrije ruimte van minimaal 50 cm. Deze ruimte is ook af
hankelijk van de eventuele montage van rookgasafvoer- en luchttoevoer
collectorbuizen. Raadpleeg de rookgastabellen.
Het gewicht van de Quinta Ace ketel is groter dan het maximum gewicht
dat één persoon kan dragen. Wij adviseren het gebruik van een tilhulp.
4.3.1
Algemeen
De cascadesystemen zijn onder te verdelen in 3 hoofdgroepen:
2 tot en met 8 ketels in lijnopstelling, gemonteerd aan de wand (LW).
2 tot en met 8 ketels in lijnopstelling, gemonteerd op een vrijstaand fra
me (LV).
3 tot en met 8 ketels in ruggelingse opstelling, gemonteerd op een vrij
staand frame RG).
Van elke hoofdgroep geven we eerst een voorbeeldopstelling van twee
Quinta Ace ketels samen met een Quinta Pro ketel. Natuurlijk zijn er veel
meer combinaties mogelijk, maar dat zijn er teveel om in deze technische
informatie weer te geven.
Belangrijk
Raadpleeg ook de CAD-bibliotheek op onze website.
4 Voor de installatie
AD-0000138-03
19