gebruiken onderdelen van de gasaansluitin-
gen kunnen variëren afhankelijk van het
gastype en de nationale voorschriften.
Lekafdichting:
Aansluitstuk EN 10226 R1/2" :
Aansluitstuk voor vloeibaar gas (G30,G31) :
Aansluitstuk gasuitlaat:
Blinde stekker :
Maken van de gasaansluiting - NG
• Aardgasinstallatie moet op passende wij-
ze worden voorbereid voor de montage
voordat het product wordt geïnstalleerd.
Er moet een aardgasklep zijn bij de uit-
laat van het gassysteem om op het pro-
duct te worden aangesloten.
• Zorg ervoor dat de aardgasklep goed toe-
gankelijk is.
• Sluit uw product aan op het aardgassys-
teem in uw huis met een flexibele gas-
slang die voldoet aan de lokale normen.
• Tijdens het maken van de gasaansluiting
moet een nieuwe afdichtingspakking
worden gebruikt.
• De gastoevoer moet worden aangesloten
via een gasleiding of een veiligheidsgas-
slang met schroefdraadfittingen aan bei-
de uiteinden.
EN ISO 228 G1/2" type aansluiting
1. Steek de nieuwe afdichtingspakking in
de veiligheidsgasslang/-leiding. Zorg er-
voor dat de pakking goed zit.
2. Bevestig het gasaansluitstuk aan het ap-
paraat met behulp van een steeksleutel
van 22 mm en plaats het aansluitstuk in
het aansluitstuk met behulp van een
steeksleutel van 24 mm.
3. U moet controleren op lekkage van het
verbindingsdeel na aansluiting.
EN 10226 R1/2" type aansluiting
1. Plaats de nieuwe afdichting in het ver-
bindingsstuk en zorg ervoor dat de af-
dichting goed vastzit.
2. Terwijl u de gasaansluitingsuitlaat van
het product vasthoudt met een 22-sleu-
tel, sluit u het verbindingsstuk met een
24-sleutel aan op de gasuitlaat van het
product en draait u het stevig vast.
3. Steek de nieuwe afdichtingspakking in
de veiligheidsgasslang/-leiding. Zorg er-
voor dat de pakking goed zit.
4. Sluit het schroefdraadgedeelte van de
veiligheidsgasslang/-leiding aan op de
interconnector met de steeksleutel van
24 mm en draai deze stevig vast, waar-
bij u de interconnector op zijn plaats
houdt met de steeksleutel van 24 mm.
NL / 21
NL
HR
CS