De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Probleem
Slechte start van de brander
Stookoliepomp maakt sterke
mechanische geluiden
Stookolieverstuiver verstuift
onregelmatig
Vlambuis/stuwschijf heeft sterke
cokesaanslag
Verbranding pulseert sterk of
brander dreunt
CO-gehalte te hoog
Stabiliteitsproblemen
Geen weergave op het
bedieningspaneel
Vlamvoeler LFS1 (optioneel)
knippert groen
83297907 3/2019-11 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliebrander WL30Z-C
10.3 Werkingsproblemen
Oorzaak
Mengdruk te hoog
Ontstekingselektroden verkeerd
ingesteld
Menginrichting verkeerd ingesteld
Stookoliepomp zuigt lucht
Hoge aanzuigweerstand in de
stookolieleiding
Verstuiver verstopt/vuil
Verstuiver versleten
Stookolieverstuiver defect
Menginrichting verkeerd ingesteld
Verkeerde verbrandingsluchthoeveelheid
Stookplaats niet voldoende verlucht
Verkeerde stookolieverstuiver
Menginrichting verkeerd ingesteld
Verkeerde verbrandingsluchthoeveelheid
Verkeerde stookolieverstuiver
Verstuiverafstand te groot
Verkeerde verstuiverafstand
Verkeerde stookolieverstuiver
Stekker van bedieningspaneel niet
correct ingestoken.
Bedieningspaneel defect
Branderwerking met zwak vlamsignaal
(< 10 µA)
85-112
10 Foutopsporing
Oplossing
Mengdruk in ontstekingslast
corrigeren, indien nodig P0 afwijkend
van P1 instellen.
Ontstekingselektroden instellen
[hfst. 9.5].
Menginrichting instellen [hfst. 9.7].
Dichtheid van de stookolietoevoer
controleren.
Filter reinigen.
Stookolietoevoer controleren.
Verstuiver vervangen.
Verstuiver vervangen.
Menginrichting instellen [hfst. 9.7].
Brander afstellen.
Voldoende verluchting in de
stookplaats verzekeren.
Verstuivertype controleren.
Menginrichting instellen [hfst. 9.7].
Brander afstellen.
Verstuivertype controleren.
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.7].
Verstuiverafstand controleren,
eventueel instellen [hfst. 9.7].
Verstuivertype controleren.
Stekker op de verbrandingsmanager
correct insteken.
Bedieningspaneel vervangen.
Mengdruk reduceren.
Grotere verstuiver inbouwen en
pompdruk reduceren.
Instelmaat vlamvoeler RAR9
controleren [hfst. 9.17], evt.
veranderen.
Vlamkopverlenging controleren,
maximum 200 mm.