Probleem
De flitser gaat niet af.
U hebt een functie geselecteerd
die de werking van de flitser
blokkeert.
De flitser verlicht het
Het onderwerp is te donker.
onderwerp niet.
De flitsintensiteit is niet geschikt.
Opnamen zijn te helder. De flitsintensiteit is niet geschikt. Wijzig de flitsintensiteit, maak
De helderheid van de monitor is
niet geschikt.
Opnamen zijn
De helderheid van de monitor is
te donker.
niet geschikt.
De belichtingscorrectie is
ingesteld op een negatieve
waarde.
De kleuren van
De camera kan met gebruik van
opnamen zijn
de automatische witbalans de
onnatuurlijk.
witbalans niet afstemmen op de
opnameomstandigheden.
De helderheid van de
De omgevingsverlichting is zwak
monitor verandert
of verschilt van die welke wordt
tijdens autofocus.
gebruikt voor autofocus.
De indicators voor
De indicators voor elektronische
elektronische
waterpas zijn verborgen.
waterpas worden niet
weergegeven.
De opname is niet
De camera werd bewogen
horizontaal hoewel de
tijdens het maken van opnamen
niveau-indicator liet
omdat u zich op een bewegend
zien dat de camera
object bevond of vanwege
horizontaal werd
andere oorzaken.
gehouden.
Het onderwerp is niet
horizontaal.
Oorzaak
Controleer de instellingen en
cameramodus.
Wijzig de flitsintensiteit.
de afstand tussen uzelf en het
onderwerp groter of gebruik een
andere lichtbron.
Wijzig de helderheid van de monitor
in menu E3.
Wijzig de helderheid van de monitor
in menu E3.
Wijzig de waarde van de
belichtingscorrectie.
Combineer een wit object met
het onderwerp of selecteer
een andere instelling dan
[Automatische witbalans] voor
[Witbalans].
Dit is normaal en duidt niet op een
storing.
Controleer de instelling van
[Opname-info Scherm] in
menu D3.
Beweeg de camera niet tijdens het
maken van opnamen.
Controleer het onderwerp.
Oplossing
p.66
p.66
p.128
p.128
p.53
p.69
p.126
Pagina
—
7
—
—
—
143