De knopfuncties aanpassen
Functies toewijzen aan de ADJ. Stand
U kunt de instellingen wijzigen voor de "ADJ.-modus" waarvan de functies
gemakkelijk kunnen worden gebruikt door n in te drukken.
U kunt uit de volgende opnamefuncties vijf functies kiezen voor toewijzing
aan de ADJ.-modus. (De functies met het item tussen vierkante haakjes zijn
de standaardinstelling.)
• Uit
• Focus [Instelling 2]
• Snapfocusafstand
• Bestandsindeling [Instelling 4]
• Beeldverhouding
• Bijsnijden
• JPEG-resolutie
• Auto lichtmeting [Instelling 3]
• ISO-instelling
1
Selecteer [Instelling ADJ-modus] in menu D2 en druk op d.
Het scherm [Instelling ADJ-modus] verschijnt.
2
Selecteer van [Instelling 1] t/m
[Instelling 5] en druk op d.
3
Selecteer de functie die u wilt
toewijzen en druk op e.
De functie voor de ADJ.-modus is nu
gewijzigd.
• Flitsstand
• Flitsbelichtingscorrectie
• Opnametransport
• Zelfontspanner
• Beeldregeling [Instelling 1]
• 1-druk bel.geh. in M
• Aanraak-AF
• Beeldinstelling buiten [Instelling 5]
Instelling ADJ-modus
Instelling 1
Instelling 2
Instelling 3
Instelling 4
Instelling 5
Instelling 1
Flitsbelichtingscorrectie
Opnametransport
Zelfontspanner
Beeldregeling
1-druk bel.geh. in M
Aanraak-AF
Annul.
Annul.
6
OK
OK
121