NEDERLANDS
Problemen verhelpen
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
De volgende geluiden kun‐
nen gehoord worden: borre‐
len, zoemen, sissen, kraken
of klikken.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor werkt voort‐
durend.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitgescha‐
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De kast werd onlangs inge‐
schakeld.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
De deur is open blijven staan. Sluit de deur.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
De temperatuur in de ruimte
is te hoog.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐
raat was te hoog.
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op een
ander stopcontact. Neem
contact op met een erkend
elektrotechnisch installateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Dit is normaal. Raadpleeg het
hoofdstuk "Geluiden".
Zie 'Deur open alarm' of
'Alarm hoge temperatuur'.
Zie 'Deur open alarm' of
'Alarm hoge temperatuur'.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be‐
dieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan de temperatuur
opnieuw.
Zie 'Installeren'.
Laat voedingsproducten af‐
koelen tot kamertempera‐
tuur voordat u ze opbergt.
48