INSTALLATIE VOORSCHRIFT
1.
Installatie uitvoeren volgens alle van toepassing zijnde normen en richtlijnen.
2.
Installatie uitvoeren volgens alle regels en voorschriften van de energie leverancier.
3.
Plaats een weegcomputer niet in een stoffige ruimte en zeker niet in een ruimte met dieren. Zorg ervoor dat
er nooit en te nimmer condensatie op kan treden in of op de weegcomputer. Monteer de weegcomputer niet
met de bovenzijde tegen of te dicht bij een verwarmingsbuis i.v.m. warmte dissipatie.
4.
Monteer de weegcomputer op ooghoogte.
5.
Externe voedingen (t.b.v. bijv. weegschalen etc.) achter een werkschakelaar aansluiten zodat deze
gelijktijdig met het uitschakelen van de weegcomputer spanningsloos worden.
6.
Alle weegschalen met een aparte kabel op de weegcomputer aansluiten.
7.
Hulprelaties, trafo's, 'Power-modules' en ander componenten in aparte kast monteren.
8.
Leg nooit signaalkabels (weegschaal, communicatie etc.) en 230Vac-kabels (stuurstroom, netvoeding etc.)
naast elkaar maar scheidt deze ruimtelijk van elkaar (enkele tientallen centimeters).
9.
De lengte van een signaalkabel mag maximaal 500 meter bedragen tenzij anders vermeld.
10. Vermijden onnodige lussen in de bekabeling.
11. Metalen kabelgoten aarden.
12. Na installatie alle wartels van de weegcomputer, randapparatuur, voelers, sensoren etc. aandraaien en
afdichten om vuil en vocht indringing te voorkomen.
WERKVOLGORDE
Gebruikte apparatuur selecteren
Montage van de regelaar
Installatie volgens installatie voorschrift en aansluit schema's uitvoeren
Aansluiten weegschalen.
Dipswitches instellen
IJken weegschalen
Installatie controleren en testen
Invullen van het installateurinstellingen formulier
B
EKABELING
Netvoeding
Weegschaal (WDP-50 / WDH-50 / WDH-100)
RS-485 bus voor communicatie met andere
regelaar en/of PC
Installateur
3 x 1,5 mm²
5 x 0,5 mm² (max. 500 meter)
2 x 0,35 mm² twisted pair niet afgeschermd (UTP), max.
1250 meter.
19