Communicatie RSE
[RSE1] ➡ [Gedeactiveerd] > [Gecombineerd] > [CRP]
Configureer de connector RSE1 als volgt: [Gecombineerd] = werking in MASTER-modus voor de besturing van
twee automatiseringen; [CRP] = systeem voor verbinding op afstand of [Gedeactiveerd].
[CRP-adres] ➡ [1] > ... > [255]
Koppel een nummer (adres) dat op unieke wijze elke printplaat identificeert in geval van een installatie met
meerdere automatiseringen met verbinding op afstand.
[Snelheid RSE1] ➡ [1200 bps] > [2400 bps] > [4800 bps] > [9600 bps] > [1200 bps] > [14400 bps] >
[19200 bps] > [38400 bps] > [57600 bps] > [115200 bps]
Instelling van de communicatiesnelheid van het systeem voor verbinding op afstand op de RSE1-poort.
[Snelheid RSE2] ➡ [1200 bps] > [2400 bps] > [4800 bps] > [9600 bps] > [1200 bps] > [14400 bps] >
[19200 bps] > [38400 bps] > [57600 bps] > [115200 bps]
Instelling van de communicatiesnelheid van het systeem voor verbinding op afstand op de RSE2-poort.
Extern geheugen
[Gegevens opslaan]
Opslag van de gebruikers, timers en configuraties in de memory roll.*
[Gegevens lezen]
Laden van de in de memory roll opgeslagen gegevens.*
* Zie het hoofdstuk GEGEVENS OPSLAAN EN UPLOADEN MET DE MEMORY ROLL
Stapsgewijze procedure
Zie het hoofdstuk INWERKINGSTELLING.