[AST control in baan] ➡ [Gedeactiveerd] > [Minimum] > [Gemiddeld] > [Maximum] > [Gepersonaliseerd]
(van 10% maximale gevoeligheid tot 100% gevoeligheid gedeactiveerd).
Instelling van de gevoeligheid waarmee obstakels worden gedetecteerd tijdens de beweging van het hek.
[AST control tijdens vertrag.] ➡ [Gedeactiveerd] > [Minimum] > [Gemiddeld] > [Maximum] >
[Gepersonaliseerd] (van 10% maximale gevoeligheid tot 100% gevoeligheid gedeactiveerd).
Instelling van de gevoeligheid waarmee obstakels worden gedetecteerd tijdens de vertraging van het hek.
[Vertraagde start] ➡ [Gedeactiveerd] > [Geactiveerd].
Bij elke instructie voor openen en sluiten. Het hek start enkele seconden langzaam.
[Punt ged. opening] ➡ [10%] > ... > [100%]
Instelling van de gedeeltelijke opening van het hek, uitgedrukt in procenten van de totale baan.
[Punt vertr. opening] ➡ [10%] > ... > [60%]
Instelling van het beginpunt van de vertraging tijdens de opening van het hek, uitgedrukt in procenten van de
totale baan.
[Punt vertr. sluiting] ➡ [10%] > ... > [60%]
Instelling van het beginpunt van de vertraging tijdens de sluiting van het hek, uitgedrukt in procenten van de totale
baan.
⚠ Na elke wijziging van parameters van de functies [Openingssnelheid], [Sluitsnelheid], [Vertrag.snelh
opening], [Vertrag.snelh sluiting], [Vertraagde start], [Punt vertr. opening] en [Punt vertr. sluiting], zullen
de stroomopnames bij de eerste volledige opening en sluiting automatisch opnieuw worden verkregen. Tijdens
deze gehele fase wordt het symbool
rechtsboven op het display weergegeven.
Belangrijk! Controleer tijdens de zelflering of er zich geen obstakels binnen het gebied van de installatie bevinden.
Let op! Tijdens deze fase is de gevoeligheid van de obstakeldetectie onnauwkeurig. Eventuele obstakelsimulaties
mogen alleen worden uitgevoerd als het symbool
niet meer op het display staat.
Bekabelde beveiligingen
[Totale stop] ➡ [Gedeactiveerd] > [Geactiveerd]
N.C.-ingang – Stoppen van het hek met deactivering van de eventuele automatische sluiting; gebruik de bediening
om de beweging te hervatten. Het apparaat moet op het contact 1-2 worden aangesloten.
[Ingang CX] ➡ [Gedeactiveerd] > [C1] > [C2] > [C3] > [C4] > [C7] > [C8] > [C13] > [r7] > [r8] > [r7 (2
veiligheidslijsten)] > [r8 (2 veiligheidslijsten)].
N.C.-ingang – Mogelijkheden voor koppeling: [C1] = weer openen tijdens het sluiten door fotocellen, [C2] = weer
sluiten tijdens het openen door fotocellen, [C3] = gedeeltelijke stop, [C4] = wachten voor obstakel, [C7] = weer
openen tijdens het sluiten door veiligheidslijsten, [C8] = weer sluiten tijdens het openen door veiligheidslijsten,
[C13] = weer openen tijdens het sluiten met directe sluiting na verwijdering van het obstakel, ook bij stilstaand
hek, [r7] = weer openen tijdens het sluiten door veiligheidslijsten (met weerstand 8K2), [r8] = weer sluiten tijdens
het openen voor veiligheidslijsten (met weerstand 8K2), [r7 (2 veiligheidslijsten)] = weer openen tijdens het
sluiten door een paar veiligheidslijsten (met weerstand 8K2), [r8 (2 veiligheidslijsten)] = weer sluiten tijdens het
openen door een paar veiligheidslijsten (met weerstand 8K2) of [Gedeactiveerd].
De functie [C3] wordt alleen geactiveerd als de automatische sluiting [Aut. sluiting] wordt geactiveerd.