12.0 REINIGING EN INSPECTIE
• Reinig de koelribben aan de zijkant van de pomp regelmatig om stof en
vuil te verwijderen.
• Verwijder stof of vuil van het voor- en achterpaneel en de boven- en
onderkant van de pomp. Zorg dat alle vier de luchtroosters niet worden
geblokkeerd zijn.
• Veeg het oppervlak van de ontluchter en het filter regelmatig schoon met
een schone doek om los vuil of olieresten te verwijderen. De ontluchter en
het filter moeten vrij blijven om een goede ontluchting van het reservoir
mogelijk te maken.
• Zorg dat de afstandsbediening en de bedieningselementen niet vuil of
stoffig zijn.
• Om verontreiniging te voorkomen, verwijdert u altijd eerst het vuil rond
de plug van de aftap- en bijvulopening voordat u deze uitneemt. Veeg de
plug van de aftap- en bijvulopening af met een schone doek voordat u de
plug terugplaatst.
• Controleer op loszittende, ontbrekende of beschadigde onderdelen. Voer
alle benodigde reparaties uit voordat u de pomp weer in gebruik neemt.
13.0 OPSLAG
Bewaar de pomp op een schone, droge en veilige plaats.
Om mogelijke schade aan onderdelen van de pomp te voorkomen, mag de
temperatuur in de opslagruimte niet lager zijn dan -30°C [-22°F] en niet hoger
dan + 65°C [+149°F].
Symptoom
1. De pomp start niet.
2. Pomp stopt bij
belasting.
3. Pomp kan geen druk
opbouwen of niet
de volledige druk
opbouwen.
Tabel 1: Problemen oplossen
Mogelijke oorzaak
a. Geen netvoeding.
b. Pompstoring geactiveerd.
a. Pompstoring geactiveerd.
b. Pomp is geblokkeerd.
c. Omleidingsklep van de pomp is niet
goed afgesteld of werkt niet goed.
d. Interne schade aan pomp en/of motor.
a. Oliepeil te laag.
b. Drukbegrenzingsklep open of te laag
ingesteld.
c. Olie moet worden ververst.
d. Uitwendig hydraulisch lek.
e. Inlaatfilter voor de pompolie is
verontreinigd.
f. Omleidingsklep van de pomp is niet
goed afgesteld of werkt niet goed.
g. Inwendige lekkage van de pomp.
h. Pompafdichtingen zijn versleten of
beschadigd.
i.
Interne schade aan pomp en/of motor.
(vervolg op volgende pagina)
14.0 PROBLEEMOPLOSSING
De informatie in het gedeelte Problemen oplossen (tabel 1) is bedoeld als
hulp bij de diagnose en het oplossen van mogelijke problemen.
Neem voor reparaties contact op met het dichtstbijzijnde erkende Enerpac-
servicecentrum. Laat het onderhoud van de pomp en zijn componenten
alleen uitvoeren door een erkend Enerpac servicecentrum.
Als u zich niet aan de navolgende waarschuwingen houdt, kan dit leiden
tot ongevallen met dodelijke afloop of ernstig lichamelijk letsel. Ook
kan materiële schade ontstaan.
• Draai hydraulische koppelingen nooit vast of los terwijl de pomp of
daaraan gekoppelde componenten onder druk staan. Olie die onder druk
ontsnapt, kan in de huid dringen en ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
• Houd tijdens het onderzoeken van een werkend systeem handen, vingers
en andere lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen en plaatsen
waar beklemming mogelijk is.
• Ontkoppel de pomp altijd van de stroombron voordat u onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden uitvoert. Zo voorkomt u dat de pomp per
ongeluk wordt gestart.
Controleer of de netsnoerstekker van de pomp in de
wandcontactdoos zit.
Zie tabel 2 (Foutcodes van de pomp) voor meer informatie.
Zie tabel 2 (Foutcodes van de pomp) voor meer informatie.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Vul olie bij in het reservoir. Zie paragraaf 11.3. Volg de
preparatieprocedure in paragraaf 11.5 als het pompreservoir tijdens
bedrijf of tijdens onderhoud aan de pomp geleegd is.
Stel de druk van de overdrukklep hoger in. Zie paragraaf 9.0.
Maak het reservoir volledig leeg en vul het volgens de instructies in
paragraaf 11.4.
Gebruik alleen Enerpac HF hydraulische olie. Het gebruik
OPMERKING
van andere oliën kan leiden tot schade aan pomponderdelen en maakt
de Enerpac-productgarantie ongeldig.
Repareer of vervang de onderdelen, indien nodig.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
Neem contact op met een erkend Enerpac servicecentrum.
16
WAARSCHUWING
Actie