Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Autocyclusmodus; Drukaanpassing - Autocyclusmodus; Aandraaien - Autocyclusmodus - Enerpac E Series Handleiding

Elektrische momentsleutelpompen
Verberg thumbnails Zie ook voor E Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

• Raadpleeg de meegeleverde handleidingen van de fabrikant van de
momentsleutel voor bedieningsinstructies, onderhoudsprocedures en
veiligheidsmaatregelen.
• Laat de pomp nooit onbeheerd achter terwijl deze in de autocyclusmodus
wordt gebruikt. De pomp blijft draaien totdat de pomp door de gebruiker
wordt gestopt, totdat het gewenste aanhaalmoment is bereikt of (indien
de pomp onbeheerd is en niet voor een aandraaiverbinding wordt
gebruikt) totdat er 8 cycli voorbij zijn. U moet voortdurend toezicht
houden op de werking.

8.0 AUTOCYCLUSMODUS

8.1 Drukaanpassing - autocyclusmodus

WAARSCHUWING
Als u zich niet aan de navolgende waarschuwingen houdt, kan dit
leiden tot ongevallen met dodelijke afloop of ernstig lichamelijk letsel.
Ook kan materiële schade ontstaan.
• Pas altijd de druk aan voordat u een momentsleutel op een moer of
boutkop plaatst.
• De drukinstelling moet worden aangepast om te zorgen voor het juiste
aanhaalmoment en om te voorkomen dat een te groot aanhaalmoment
wordt toegepast.
• Pas de drukinstelling nooit aan terwijl de pomp in gebruik is.
1.
Houd de rode knop op de afstandsbediening ingedrukt. Zie figuur 4.
2.
Terwijl u de rode knop op de afstandsbediening ingedrukt houdt, drukt
u de gele knop op de afstandsbediening in en houdt u ook deze knop
ingedrukt. Het indicatielampje op de afstandsbediening knippert twee
keer in de kleur rood en de afstandsbediening gaat trillen.
In stap 1 en 2 wordt de drukinstelling teruggezet op
OPMERKING
nul (0) bar/psi wanneer er al eerder een drukinstelling was opgeslagen.
3.
Draai de borgmoer van de drukbegrenzingsklep los en draai de
stelknop van de drukbegrenzingsklep linksom (tegen de klok in) tot er
bij het draaien een lichte weerstand is. Zie figuur 7.
1. Manometer
2. Stelknop van
drukbegrenzingsklep
3. Borgmoer van
drukbegrenzingsklep
1
2
3
Figuur 7: drukbegrenzingsklep afstellen
4.
Houd de groene knop op de afstandsbediening ingedrukt om de
pompmotor te starten en de klep in stand "A" te brengen.
Houd de groene knop op de afstandsbediening continu
OPMERKING
ingedrukt tijdens de stappen 5 tot en met 8. Als u de groene knop op de
afstandsbediening loslaat, stopt de pompmotor.
5.
Draai de stelknop van de drukbegrenzingsklep rechtsom om de druk te
verhogen tot de gewenste waarde.
Voor een nauwkeurige afstelling verlaagt u de druk tot een
OPMERKING
waarde onder de gewenste drukinstelling en vervolgens verhoogt u de druk
langzaam tot deze de uiteindelijke instelling bereikt.
6.
Draai de borgmoer van de drukbegrenzingsklep vast wanneer de
weergegeven waarde op de drukmanometer stabiel is en gelijk aan de
gewenste druk.
7.
Laat de groene knop op de afstandsbediening los.
8.
Controleer de uiteindelijke drukinstelling opnieuw door de groene knop
op de afstandsbediening ingedrukt te houden en het systeem onder
druk te zetten.
9.
Als de uiteindelijke drukinstelling niet op de gewenste instelling is,
herhaalt u stap 3 tot en met 8 van de procedure. Als de uiteindelijke
drukinstelling op de gewenste instelling is, gaat u verder naar stap 10.
10. Houd de groene knop op de afstandsbediening ingedrukt en wacht tot
de pomp de eerder ingestelde druk bereikt; druk vervolgens op de gele
knop van de afstandsbediening.
11. Laat de gele en groene knop op de afstandsbediening los. Het
indicatielampje op de afstandsbediening knippert in de kleur geel
en de afstandsbediening trilt drie keer wanneer de ingestelde druk
wordt opgeslagen. Vervolgens wordt de klep ingetrokken en de motor
uitgeschakeld.
De drukinstelling (binnen het toegestane bereik van
OPMERKING
70 tot 700 bar) wordt in de pomp opgeslagen en blijft ook beschikbaar als de
pomp lange tijd niet wordt gebruikt.

8.2 Aandraaien - autocyclusmodus

• Als u de pomp tijdens de autocyclus wilt stoppen, drukt u op een
willekeurige knop op de afstandsbediening.
• Vanwege variabele omstandigheden zoals de omgevingstemperatuur,
de inwendige pomptemperatuur en de lengte van de hydraulische
slang geeft de manometer mogelijk een iets lagere waarde aan dan de
ontlastingsdruk voordat de intrekcyclus wordt geactiveerd. Dit is normaal.
• De interne drukopnemer en de microprocessor van de pomp regelen
nauwkeurig het schakelen tussen de uitloop- en terugloopcycli om te
zorgen dat de opgeslagen druk wordt bereikt.
• De autocyclusmodus werkt alleen als er een drukinstelling is opgeslagen.
Voer de volgende stappen uit om vast te draaien in de autocyclusmodus:
1.
Plaats de momentsleutel op een moer of bout.
2.
Houd de gele knop op de afstandsbediening gedurende één
uitloopcyclus ingedrukt, maar niet langer dan drie seconden.
3.
De pomp en momentsleutel voeren continu uitloop- en terugloopcycli
uit. Het indicatielampje op de afstandsbediening knippert in de kleur
geel terwijl de pomp in werking is en de afstandsbediening trilt na
afloop van elke uitloopcyclus.
Als de momentsleutel stopt voordat een volledige slag is
OPMERKING
voltooid, is het ingestelde aanhaalmoment bereikt.
4.
Nadat het ingestelde aanhaalmoment bereikt is, voert de pomp nog
een laatste controlecyclus uit. Daarna wordt de pomp uitgeschakeld.
Het indicatielampje op de afstandsbediening knippert in de kleuren
groen en geel en de afstandsbediening gaat trillen.
12
OPMERKING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ep3504tbEp3504tb-mEp3504tiEp3504ti-mEp3504teEp3504te-m

Inhoudsopgave