Locatie
6.3
Voor een optimale werking van de eenheid als volgt te werk gaan:
A) Plaats de eenheid in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van warmtebronnen.
B) Beperkt het aantal deuropeningen.
C) Zorg voor een goed luchttoevoer en -afvoer naar de eenheid.
D) Monteer een afvoerleiding aan de dooiwaterafvoeraansluiting onderin de eenheid.
210
180
427
60
60
490
595
882
820
55
23
RDV 2
62
20
1089
1034
Ø G 1/2"