Inhoudsopgave
Advertenties
1.6.6 Extra slave-apparaten aan het netwerk toevoegen
INHOUD
Nadat een netwerk geconfigureerd is kunnen op elk gewenst moment meerdere slaves aan het netwerk
toegevoegd worden.
X
Dubbelklik op FT2 op het master-apparaat voor toegang tot identificatiemodus.
X
Neem een apparaat dat als een slave-apparaat geconfigureerd is, en zorg dat het opnieuw ingesteld is (zie
Hoofdstuk 1.6.2
dubbelklik vervolgens op FT2 voor toegang tot identificatiemodus. LED1 zal continu rood knipperen om aan te
geven dat het apparaat in de identificatiemodus is.
Overzicht
X
De slave zal automatisch identificeren en na voltooiing zal LED1 uitschakelen en LED2 in een enkele
groene knippering (netwerk OK).veranderen.
Woordenlijst
X
Het master-apparaat zal door op LED2 drievoudig groen te knipperen een succesvolle identificatie van een
slave-apparaat aangeven (dit zal slechts een keer gebeuren) en LED1 zal continu rood blijven knipperen,
Bediening
hetgeen aangeeft dat het apparaat nog steeds in de identificatiemodus is. LED4 zal groen blijven knipperen,
hetgeen zijn master-status aangeeft.
Specificatie
X
Het slave-apparaat is nu aan het netwerk geconfigureerd.
X
Om meerdere slave-apparaten toe te voegen dient het bovenstaande proces herhaald te worden tot alle
Service en
onderhoud
slaves aan het netwerk geconfigureerd zijn.
X
Als er geen verdere slaves aan het netwerk toegevoegd moeten worden, dubbelklik dan op FT2 op het
Probleemoplossing
master-apparaat om identificatiemodus te verlaten. LED4 zal groen blijven knipperen, LED2 zal met een
enkele knippering groen knipperen om aan te tonen dat de slave met het netwerk is verbonden en LED1 zal
Accessoires
uitschakelen.
i
Het is belangrijk dat een netwerkverbindingstest wordt uitgevoerd als er slaves aan het netwerk
Garantie
toegevoegd worden. Dit verzekert dat alle apparaten functioneren en juist met het netwerk zijn verbonden.
Contacten
1.6.7 Slave-apparaten van het netwerk verwijderen
Nadat een netwerk geconfigureerd is, wanneer een slave-apparaat uit het netwerk moet worden genomen
omdat het niet langer meer nodig is, dan moet dit van het netwerk worden verwijderd om te voorkomen dat het
netwerk een fout aangeeft.
Als een slave-apparaat uit een netwerk is genomen waaraan het eerder was geïdentificeerd, dan zal de master een
fout aangeven door LED2 te verlichten. Om dit te voorkomen moet een slave van het netwerk worden verwijderd.
X
Dubbelklik op FT2 op het apparaat dat geconfigureerd is als een master-apparaat voor toegang tot de
identificatiemodus.
X
LED1 zal continu rood knipperen om aan te geven dat het apparaat in de identificatiemodus is, en LED4 zal
Uitgang
verdergaan met groen knipperen om de master-status aam te geven.
op
pagina
17), schakel het aan en plaats het minimaal 1 m weg van het master-apparaat,
20
Advertenties
Inhoudsopgave
