Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Apparaten Tussen Master- & Slave-Functionaliteit Schakelen; Een Eenvoudig Draadloos Netwerk Instellen - Crowcon Detective Net Handleiding Voor Gebruik

Inhoudsopgave

Advertenties

1.6.3 Apparaten tussen Master- & Slave-functionaliteit schakelen
INHOUD
Elk netwerk heeft slechts één master-apparaat nodig; alle andere apparaten dienen slave-apparaten te zijn.
Één eenheid in het netwerk dient geconfigureerd te zijn als een master-apparaat en alle andere eenheden
dienen geconfigureerd te zijn als slave-apparaten.
X
Om tussen de master- en slave-functionaliteit te schakelen, drukt u FT2 3 seconden lang in.
X
Als het apparaat een slave-apparaat was en naar een master-apparaat geschakeld wordt, dan zal LED4 3
keer knipperen om aan te geven dat met succes van een slave naar een master is geschakeld.
X
LED1 zal dan verdergaan met rood knipperen en LED4 zal verdergaan met groen knipperen om aan te
geven dat het apparaat als een master-apparaat is geconfigureerd.
Overzicht
X
Als het apparaat een master-apparaat was en naar een slave-apparaat geschakeld wordt, dan zal LED1 3
Woordenlijst
keer knipperen om aan te geven dat met succes van een master naar een slave is geschakeld.
X
LED1 zal dan verdergaan met rood knipperen om aan te geven dat het apparaat als een slave-apparaat
Bediening
geconfigureerd is.

1.6.4 Een eenvoudig draadloos netwerk instellen

Specificatie
X
Neem een apparaat dat geconfigureerd is als een master-apparaat, zorg daarbij dat het opnieuw ingesteld is
(zie
Service en
X
LED1 zal continu rood knipperen om aan te geven dat het apparaat in de identificatiemodus is, en LED4 zal
onderhoud
verdergaan met groen knipperen.
Probleemoplossing
X
Neem een apparaat dat geconfigureerd is als een slave-apparaat, zorg daarbij dat het opnieuw ingesteld is
(zie
i
Accessoires
De slave- en master-apparaten moeten minimaal 1 m van elkaar liggen om juiste werking tijdens
normaal bedrijf te verzekeren. Dit is tevens het geval bij het instellen van het gepaarde netwerk.
Garantie
X
Dubbelklik op FT2 op het slave-apparaat voor toegang tot de identificatiemodus. LED1 zal continu rood
knipperen om aan te geven dat het apparaat in de identificatiemodus is.
Contacten
X
Het slave-apparaat zal automatisch identificeren en na voltooiing zal LED1 uitschakelen en LED2 continu
groen knipperen om aan te geven dat de slave op de master aangesloten is.
X
Als het identificatieproces onsuccesvol is, dan zal het slave-apparaat dit aangeven d.m.v. LED2 dat 3 keer
rood zal knipperen om een onsuccesvolle identificatie te tonen. LED1 zal rood knipperen om inschakelen
aan te tonen. De slave zal identificatiemodus verlaten.
X
Als het apparaat eerder op een netwerk was aangesloten, dan zal LED2 teruggaan naar zijn eerdere staat
en zal LED1 uit blijven.
X
Het master-apparaat zal door op LED2 drievoudig groen te knipperen een succesvolle identificatie van een
slave-apparaat aangeven (dit zal slechts een keer gebeuren) en LED1 zal continu rood blijven knipperen,
hetgeen aangeeft dat het apparaat nog steeds in de identificatiemodus is. LED4 blijft groen knipperen
Uitgang
hetgeen de master-status aangeeft.
Hoofdstuk
1.6.2) en dubbelklik op FT2 voor toegang tot de identificatiemodus.
Hoofdstuk
1.6.2) en zet hem minimaal 1 m weg van het master-apparaat.
18

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave