SMA Solar Technology AG
3.2 Aansluitmogelijkheden van het multifunctioneel relais
De in dit hoofdstuk beschreven aansluitingen mogen uitsluitend door hiervoor opgeleide
elektromonteurs worden uitgevoerd.
OPGELET!
Vernieling van het multifunctioneel relais door te hoge contactbelasting!
• Maximale schakelspanning en maximale schakelstroom aanhouden (zie
hoofdstuk 3.4 "Technische gegevens van het multifunctioneel relais" (pagina 17)).
• Alleen geschikte relais aansluiten (zie hoofdstuk 3.2.2 "Aansluiting voor besturing
van een verbruiker" (pagina 11)).
Het multifunctioneel relais schakelt bij spanningsverlies van de omvormer van de stand 1-2
(bedrijf, B) om naar de stand 2-3 (fout, F).
Op basis van dit schakelgedrag van het relais zijn er 2 aansluitmogelijkheden:
• Gebruik als storingsmeldingscontact:
– De te schakelen functie is inactief bij
relaisstand 1-2 (B)
– De te schakelen functie is actief bij
relaisstand 2-3 (F)
• Toepassing voor schakelen van verbruikers:
– De te schakelen functie is actief bij
relaisstand 1-2 (B)
– De te schakelen functie is inactief bij
relaisstand 2-3 (F)
Als u het multifunctioneel relais op het openbare stroomnet aansluit, moet het met een eigen
leidingbeveiligingsschakelaar worden beveiligd.
In de volgende tabel worden de verschillende bedrijfsmodi met de bijbehorende relaisinstellingen bij
actieve of inactieve functie vermeld.
Bedrijfsmodus
Storingsmeldingscontact, foutmelding
Storingsmeldingscontact, bedrijfsmelding
Vermogensafhankelijke besturing van verbruikers
Besturing van een externe ventilator
Besturing via communicatie
Vermogensafhankelijk laden van accu's
Schakeltoestand netrelais melden
Technische beschrijving
Functie actief
Stand 2-3
Stand 1-2
Stand 1-2
Stand 1-2
Stand 1-2
Stand 1-2
Stand 1-2
ZusFunktNG-TB-TNL121224
Multifunctioneel relais
Functie inactief
Stand 1-2
Stand 2-3
Stand 2-3
Stand 2-3
Stand 2-3
Stand 2-3
Stand 2-3
9