De achterrolborstel monteren
Montage op maaieenheden zonder
groomer
Opmerking: Voor maaieenheden met groomer, zie
Montage op maaieenheden met groomer (bladz.
1. Plaats de machine op een egaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, stel de parkeerrem in werking, schakel
de motor uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Maak de maaidekken los van de tractie-eenheid.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de procedure
om de maaidekken te verwijderen.
3. Verwijder de bevestigingen en het contragewicht van
het uiteinde van de maaieenheid; zie
van de binnenkant de plug uit het grote gat in het
midden van het contragewicht.
2
3
4
1. Contragewicht
2. Lagermoer
4. Verwijder de lagermoer. Bewaar deze voor later
gebruik.
5. Breng de borstelaandrijving aan op de plaats van de
lagermoer; zie
Figuur
vast tot 136 Nm.
Opmerking: Een slagmoeraanzetter gebruiken voor
de montage van de borstelaandrijving garandeert
niet dat deze naar behoren wordt vastgedraaid.
Als de borstelaandrijving niet naar behoren wordt
vastgedraaid, kan de assemblage vanzelf loskomen
tijdens de bediening.
5).
Figuur
1. Druk
1
G017557
Figuur 1
3. Oog
4. Plug
2. Draai de borstelaandrijving
G017558
1. Borstelaandrijving
6. Bevestig het contragewicht terug aan de maaieenheid
met het eerder verwijderde bevestigingsmateriaal
(Figuur
1).
7. Monteer de O-ring op de geleidepen van de
linkerborstelsteun; zie
1. Contragewicht
2. Monteer de O-ring op de
geleidepen
3. Afstandsbus, ring en
threadlock bout
8. Bevestig de borstelsteun van de linkerkant aan de
maaieenheid:
A. Verwijder de riem en bewaar de borgkraag.
B. Smeer de O-ring van de linkersteungeleidepen
lichtjes in met vet; zie
C. Breng de geleidepen in het gewicht en bevestig de
voorkant van de linkerborstelsteun aan het oog
van het contragewicht met een afstandsbus, ring
en threadlock bout
2
Figuur 2
2. Maaidek
(Figuur
3).
G017559
Figuur 3
4. Zeskantbout (2)
5. Flensmoer (2)
6. Zijplaat maaieenheid
(Figuur
3).
(Figuur
3).