Minimale
ventilatie-
ioogte
FIG. 7a
Ventilatiehoogten
Minimale ventilatiehoogte in mm.
Model
lnstallatie met zijventilatie- lnstallatie met dakventilatie-
opening boven en onder
1760
RM 4605
1900
RM 4805
Bij hoge omgevingstemperaturen zal de koeleenheid
alleen goed werken wanneer er goed wordt geventileerd.
De ventilatiedoorgang aan de achterzijde van de uits-
paring, tussen de buitenwand van het voertuig en de
koelkast moet volledig worden afgesloten van het inte-
rieur van de caravan. Noch het verbrandingsgas, noch
de (koude) lucht van de ventilatie-openingen in de wand
van de caravan (buitenste wand van de ventilatie-
doorgang) mogen in de binnenkant van de caravan
terechtkomen.
De zijwanden van de schacht moeten thermisch worden
De gedeelten van de schachtwanden die zich onder en
boven de uitlaatgasopening bevinden moeten van niet-
brandbare materialen zijn gemaakt.
Voor een juiste installatie heeft men een frisse-lucht-
inlaat aan de onderzijde en een uitlaatopening aan de
bovenzijde nodig (fig. 7a).
Deze moeten een vrij doorstroomgebied hebben van ten
minste 300 cm2.
Frisse lucht komt via de onderste opening naar binnen
en warme lucht wordt afgevoerd via de bovenste uitlaat-
opening.
De onderste opening moet zich op vloerniveau bevinden
(zodat al het lekkende gas naar buiten kan ontsnappen).
34
VENTILATIE VAN DE EENHEID
,
Condensor
i
opening en zijventilatie-
opening onder
1465
1620
linimale
entilatie-
ooghte
FIG. 7b
De koeleenheid kan ook worden geventileerd via twee
openingen in de wand van de caravan (fig. 7b).
Frisse lucht komt binnen via de onderste opening en
warme lucht verdwijnt via de bovenste.
De bovenste ventilatie moet zich zo hoog mogelijk boven
de condenser bevinden om een goede ventilatie te
garanderen.
De onderste opening moet zich op vloerniveau bevinden
(zodat al het lekkende gas naar buiten kan ontsnappen).
De openingen in de caravanwand moeten zijn uitgerust
met geschikte roosters die voldoende hittebestendig
zijn. Deze moeten een vrij doorstroomgebied hebben
van ten minste 300 cm2. Let erop dat insectengaas
achter de roosters het doorstroomgebied met 50% kan
verminderen.
LPG-AANSLUITING
De koelkast is ontwikkeld voor werking op LPG; de druk
hiervan moet 30 mbar (300 mm wk.) zijn voor propaan.
Controleer of dit wordt vermeld op het gegevensplaatje.
De koelkast is niet ontwikkeld voor bedrijf op
stadsgas of aardgas.
PAS OP! CONTROLEER OF DE GASTOEVOER
NAAR DE KOELKAST DE JUISTE DRUK HEEFT.
KIJK NAAR HET REDUCEERVENTIEL OP DE
LPG-CONTAINER.
De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door
iemand die ervaring heeft met gasaanleg.
Met betrekking tot de installatie moet aan de volgende
eisen worden voldaan:
Een goedgekeurde LPG-slang moet zijn aangesloten
op de slangkoppelingnippel op de koelkast. De slang
mag niet langer zijn dan 1,5 meter.
De LPG-slang moet met behulp van een reduceer-
ventiel aan de LPG-container zijn aangesloten, zodat
Aan de bovenrijde van
de inbouwopening moet
en houten strook
worden aangebracht..