Bediening
•
Toetsen en (2)
Deze toetsen dienen voor de keuze van de afzonderlijke nummers resp. voor het zoeken naar een bepaalde passage
binnen een liedje.
De pijlen op de toetsen geven de zoekrichting (vooruit resp. achteruit) aan.
Druk de toetsen kort om naar de volgende of vorige track te springen.
Druk lang op de toetsen om binnen een track een bepaalde passage te zoeken. De weergave gebeurt in dit geval
versneld.
•
Toetsen DIR - (20) en DIR + (21)
Deze toetsen dienen voor de selectie van de map op het opslagmedium.
DIR- (20) kiest de voorgaande map.
DIR+ (21) kiest de volgende map.
Als er op het opslagmedium geen mappenstructuur aanwezig is, hebben deze toetsen geen functies.
•
Toets / (15)
Druk op deze toets om het afspelen kort te onderbreken.
Door nogmaals te drukken, begint het afspelen weer op de plaats waar was gestopt.
•
Toets SCN (16)
Druk op deze toets om iedere track ca. 10 seconden lang af te spelen.
Druk op deze toets en houd ingedrukt om alle tracks van de huidige map gedurende ca. 10 seconden af te spelen.
Om deze functie weer uit te schakelen drukt u nog een keer op SCN (16).
De weergave wordt vanaf hier weer normaal uitgevoerd.
•
Toets RPT (17)
Druk op deze toets om de huidige track voortdurend te herhalen.
Druk op deze toets en houd ingedrukt om de tracks van de huidige map voortdurend te herhalen.
Om deze functie weer uit te schakelen, drukt u nog een keer op RPT (17).
All manuals and user guides at all-guides.com
163