Watson-Marlow 720UN en 720SN Handleiding
Belangrijk: pompstatusoutputs
Outputs 1-4 zijn beschikbaar als enkelpolige wisselrelaiscontacten: Re-
lais 1, 2, 3 en 4. Sluit deze aan op de normaal gesproken geopende of
normaal gesproken gesloten contacten van het relais, zoals vereist, en
configureer overeenkomstig de software van de pomp. Zie 16.4 Out-
puts.
Opm.: Het maximumvermogen van de relaiscontacten van deze pomp
is 30VDC, met een maximumbelasting van 30W.
Opm.: Ook geschikt voor laag vermogen: d.w.z. 1mA bij 5VDC mini-
mum.
19.11 Outputs 1, 2, 3, 4
Opm.: Relais 1 (J14) is hier weergegeven. Relais 2, relais 3
en relais 4 (J15, J16 en J17) werken op dezelfde wijze.
Sluit uw outputapparaat aan op de c (gemeenschappelijke)
klem van de door u gekozen relaisconnector en de n/c-klem
of de n/o-klem (normaal gesproken gesloten of normaal
gesproken geopend), indien nodig. Configureer de software
van de pomp overeenkomstig. Zie 16.4 Outputs.
Standaard is Relais 1 geconfigureerd voor weergave van de
Run/Stop-status; Relais 2 voor weergave van de Draairicht-
ing-status; Relais 3 voor weergave van de Auto/Man-status
en Relais 4 voor weergave van de Algemene alarmstatus. Zie 12 De pomp voor het
eerst inschakelen.
19.12 Voedingsspanningen
Een passende spanningstoevoer is beschikbaar, indien
nodig, op elke connector. Daarnaast kan spanning worden
afgenomen van de reservespannings-connector (J12).
In de onderstaande tabel is "Max load" de totale maximale
belasting voor elke spanningsbron, onafhankelijk van het
aantal aansluitingen.
63