3.1.3
Statusindicatie en besturing
De operator is al vertrouwd met indicatielampjes en analoge en digitale statusindicaties,
aangezien deze tegenwoordig in veel installaties worden toegepast. Dit geldt eveneens
voor bedieningselementen zoals drukknoppen, draaischakelaars en duimwielschake-
laars. Als deze componenten door één bedieningspaneel worden vervangen, kunnen
alle statusindicaties en bedieningselementen daarin worden ondergebracht.
De operator kan op een eenvoudige manier systeeminformatie opvragen en bewerken.
Bovendien kan deze persoon een overzicht van alle signalen voor een bepaald object,
zoals een pomp of aandrijfeenheid, opvragen. Het werk wordt hierdoor eenvoudiger.
Dit is allemaal mogelijk doordat de informatie-uitwisseling via zogenaamde blokken in
het bedieningspaneel plaatsvindt. Het kan hierbij gaan om tekstblokken, die uitsluitend
tekstinformatie bevatten, of grafische blokken, die beeldinformatie bevatten.
Voor de directe aansturing zijn de bedieningspanelen voorzien van functietoetsen. Aan
de verschillende functietoetsen worden specifieke commando's toegekend. Op basis
van deze toewijzing kan de besturing plaatsvinden.
Als er verschillende blokken worden gebruikt, kan de operator met sprongcommando's
tussen de verschillende blokken navigeren. Op deze manier wordt een menustructuur
en dus ook een gestructureerde toepassing samengesteld.
Technische handleiding – Bedieningspanelen DOP11A
Informatie over apparatuur, montage en hardware
Inleiding
3
13