4. Hydraulische
aansluitingen
Niet-circulerende systemen
Circulerende systemen
E 1995 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
LET OP: Gebruik Nordson-, gelijkwaardige nylon- of
PTFEslangen, elektrisch geleidend tussen de fittingen. Ze
moeten een maximale werkdruk van minstens 172 bar
weerstaan en een minimum binnendiameter van
hebben. Gebruik geen buizen in een hogedruksysteem. Als
alternatief kan naadloze staalpijp van
wanddikte gebruikt worden.
1. Monteer de geschikte fitting in de
aanzuighuis.
2. Sluit de aanzuigslang, -buis en -filter op de fitting aan.
OPMERKING: De afmeting van de aansluiting voor de hogedrukslang van
3
2:1 en 4:1 pompen is
/
NPTF. Bij de 16:1 en 27:1 pompen is ze
8
1
/
NPTF.
4
3. Sluit een hogedruk-materiaalslang aan op de uitgangsopening van de
hogedrukkamer.
4. Naargelang uw installatie, de hogedruk-materiaalslang op de
materiaalverwarmer of de filter aansluiten.
1. Sluit de circulatiekraan-set aan op de aanzuigopening.
2. Sluit de aanzuigslang, -buis en -filter aan op het T-stuk, dat met de set
is meegeleverd.
3. Verbind de retourslang met de circulatiekraan.
OPMERKING: De hogedrukaansluiting van 2:1 en 4:1 pompen is
3
/
NPTF. Bij de 16:1 en 27:1 pompen is dat
8
4. Sluit een hogedruk-materiaalslang aan op de uitgangsopening van de
hogedrukkamer.
5. Naargelang uw installatie, de hogedruk-materiaalslang op de
materiaalverwarmer of de filter aansluiten.
PAS OP: Alle systeemcomponenten moeten een maximale
toelaatbare werkdruk hebben, die hoger is dan het vermogen
van de pomp. Is dit niet het geval, installeer dan onmiddellijk na
de pomp een vergrendelbare drukregelaar. Stel de
vergrendelbare drukregelaar in op een materiaaldruk, die lager is
dan die van de component met de laagste toelaatbare werkdruk.
292 973E
Uitgave 04/95
Installatie
1
/
" (6,4 mm)
4
3
/
" (9,5 mm) x 0,9 mm
8
3
/
NPTF-aansluiting onderaan het
4
1
/
NPTF.
4
Handleiding 1‐8
3‐3