6.3 Boter- en kaasvak
Bewaar boter en harde kaas in het
boter- en kaasvak.
Om het boter- en kaasvak te openen,
drukt u licht midden-onder op de
klep.
Opmerking: Het vak wordt naar on-
deren geopend. De klep schuift on-
der het vak.
→ Fig.
3
6.4 Deurrekken
Om het deurrek naar behoefte te vari-
ëren kunt u het deurrek er uit nemen
en op een andere positie weer plaat-
sen.
→ "Deurrek verwijderen", Pagina 72
6.5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires.
Deze zijn op het apparaat afgestemd.
De accessoires van het apparaat zijn
afhankelijk van het model.
Eierplateau
Bewaar eieren veilig op het eierpla-
teau.
Bediening
7 De Bediening in essen-
tie
Bediening
7.1 Apparaat inschakelen
Het apparaat elektrisch aansluiten.
1.
→ Pagina 68
Opmerking: Wanneer het apparaat
eerder via het bedieningspaneel
werd uitgeschakeld,
conden ingedrukt houden.
a Het apparaat begint te koelen.
De gewenste temperatuur instellen.
2.
→ Pagina 69
7.2 Opmerkingen bij het ge-
¡ Wanneer u het apparaat heeft in-
geschakeld, duurt het tot enkele
uren voordat de ingestelde tempe-
ratuur wordt bereikt.
Plaats geen levensmiddelen in het
apparaat voordat de ingestelde
temperatuur is bereikt.
¡ Wanneer u de deur sluit, kan een
onderdruk ontstaan. De deur gaat
dan alleen moeilijker open. Wacht
een ogenblik tot de onderdruk
wordt gecompenseerd.
7.3 Machine uitschakelen
▶
den.
7.4 Temperatuur instellen
Koelvaktemperatuur instellen
Druk net zo vaak op de tempera-
▶
tuurinsteltoets tot de gewenste
temperatuur op het temperatuur-
display wordt weergegeven.
De aanbevolen temperatuur in het
koelvak bedraagt 4 °C.
→ "Sticker "OK"", Pagina 70
8 Extra functies
8.1 Superkoelen
Bij het Superkoelen koelt het koelvak
zo koud mogelijk.
Schakel Superkoelen vóór het inla-
den van grote hoeveelheden levens-
middelen in.
3 se-
Opmerking: Als Superkoelen is inge-
schakeld, kan er meer geluid ont-
staan.
bruik
3 Seconden ingedrukt hou-
Bediening nl
69