bruiker kan selecteren welk circuit de extra CV-ketel onder-
steunt. Als de gebruiker de extra CV-ketel voor de opwek-
king van de vereiste energie vrijgeeft, zet de thermostaat de
ingestelde temperatuur voor het noodbedrijf buiten werking.
8.1.15 Componenten door het energiebedrijf
deactiveren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Ener-
giebed. gedeac.
–
Met deze functie kan de energieleverancier een deactive-
ringssignaal versturen.
Het deactiveringssignaal heeft betrekking op de warmte-
pomp, de extra CV-ketel en de verwarmings- en koelfuncties
van de installatie. U kunt vastleggen welke componenten en
functies de thermostaat deactiveert. De vastgelegde compo-
nenten en functies zijn gedeactiveerd tot de energieleveran-
cier het deactiveringssignaal terugneemt.
De warmteopwekker negeert het deactiveringssignaal, zodra
de warmteopwekker zich in de vorstbeveiliging bevindt.
8.1.16 Soort ondersteuning extra CV-ketel kiezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Extra
CV-ket. voor
–
Met deze functie kunt u vastleggen, of de extra CV-ketel
de warmtepomp bij warm water, verwarmen of helemaal
niet moet ondersteunen.
–
WW: ondersteunt de warmtepomp bij de warmwaterbe-
reiding
Voor de vorstbeveiliging of het ontdooien van de warmte-
pomp wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
–
Verw.: ondersteunt de warmtepomp bij het verwarmen
Voor de legionellabescherming wordt de extra CV-ketel
geactiveerd.
–
WW+vw: ondersteunt de warmtepomp bij de warmwater-
bereiding en bij het verwarmen
–
inactief: geen ondersteuning van de warmtepomp
Voor de legionellabescherming, vorstbeveiliging of het
ontdooien wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
Bij inactieve extra CV-ketel kan het systeem niet voor het
comfort zorgen.
8.1.17 Temperatuur Koelen starten instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → BT
koelen starten
–
Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is het koelbedrijf mogelijk.
Koelen mogelijk activeren (→ Pagina 14)
8.1.18 Systeem aanvoertemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Syst.
aanvoertemp.
–
Installateurniveau → Systeemconfig. → CV-CIRC1 →
Syst. aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de actuele temperatuur, zoals
van de open verdeler, aflezen.
0020218406_01 Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 8
8.1.19 Configuratie systeemschema
Een systeemschema met bijbehorend bedradingsschema
vormt de basis voor elke CV-installatie.
Als u geen passend systeemschema in het bijgeleverde
boek met systeemschema's vindt, dan kunt u het passende
systeemschema en het passende bedradingsschema via de
Bulex internetpagina's downloaden.
8.1.20 Systeemschema vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Sys-
teemschema
–
Met deze functie legt u het systeemschema in de thermo-
staat vast.
Het gekozen systeemschema moet bij de ingebouwde CV-
installatie passen. In het boek met systeemschema's vindt
u de mogelijke systeemschema's met een systeemschema-
nummer. Het systeemschema-nummer moet u in de thermo-
staat invoeren.
Instelwaarden voor systeemschema, RED‑3 en RED‑5 (→
bijlage B)
8.1.21 Parallelle boilerlading (boiler en
mengklepcircuit) activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Paral.
boilerlad.
–
Met deze functie kunt u voor het aangesloten mengcircuit
vastleggen dat tijdens een lading van de boiler het meng-
circuit verder verwarmd wordt.
Als de functie Paral. boilerlad. geactiveerd is, dan loopt tij-
dens het laden van de boiler de toevoer naar de mengcir-
cuits verder. Zolang er energiebehoefte in het mengcircuit
bestaat, schakelt de thermostaat de verwarmingspomp in
het mengcircuit niet uit. Het ongemengde CV-circuit wordt bij
een boilerlading altijd uitgeschakeld.
8.1.22 Maximale boilerlaadtijd instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Max.
boilerlaadt.
–
Als een warmtepomp aangesloten is, kunt u met deze
functie de maximale boilerlaadtijd instellen, waarin de
boiler zonder onderbreking geladen wordt.
De instelling uit betekent dat er geen tijdsbeperking voor de
boilerlaadtijd is.
8.1.23 Wachttijd voor warmwaterbehoefte
instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem →
Blok.tijd WW-beh.
–
Als een warmtepomp aangesloten is, kunt u met deze
functie en periode instellen waarin de boilerlading geblok-
keerd wordt.
Als de maximale boilerlaadtijd bereikt is, maar de gewenste
temperatuur van de aangesloten boiler is nog niet bereikt,
dan treedt de functie Blok.tijd WW-beh. in werking.
8.1.24 Nalooptijd voor boilerpomp vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Laadp.
nalooptijd
9