8 Bedienings- en weergavefuncties
–
Met deze functie kunt u een nalooptijd voor de boiler-
laadpomp vastleggen. De voor het laden van de boiler
vereiste hoge aanvoertemperatuur wordt door de laad-
pompnaloop nog zoveel mogelijk naar de boiler geleid
voor de CV-circuits, vooral het brandercircuit, opnieuw
voor de verwarmingsfunctie vrijgegeven worden.
Als de ingestelde warmwatertemperatuur (boilerlading) is be-
reikt, dan schakelt de thermostaat de warmteopwekker uit.
De nalooptijd voor de boilerlaadpomp begint.De thermostaat
schakelt de boilerlaadpomp na afloop van de nalooptijd auto-
matisch uit.
8.1.25 Hysterese voor boilerlading instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Hyst.
boilerlad.
–
Als een warmtepomp aangesloten is, kunt u met deze
functie een hysterese voor de boilerlading instellen.
Voorbeeld: als de gewenste temperatuur op 55°C en het
temperatuurverschil voor de boilerlading op 10 K ingesteld
is, dan begint de boilerlading zodra de boilertemperatuur tot
45°C gedaald is.
8.1.26 Offset voor lading boiler vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Boiler-
lad. offset
–
Als er een warmtepomp is aangesloten, dan kunt u met
deze functie een offsetwaarde (K) voor de ingestelde
warmwatertemperatuur vastleggen.De warmwaterboiler
wordt dan met de aanvoertemperatuur geladen die het
resultaat is van de som van de ingestelde warmwater-
temperatuur en deze offsetwaarde.
8.1.27 Dag voor legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Legio-
nellabev. dag
–
Met deze functie kunt u vastleggen of de legionellabe-
veiligingsfunctie op een bepaalde dag of dagelijks uitge-
voerd wordt.
Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan worden op
de vastgelegde dag of het vastgelegde blok van dagen de
betreffende boiler en de betreffende warmwaterleidingen tot
op een temperatuur van meer dan 60 °C opgewarmd. Hier-
voor wordt de waarde van de gewenste boilertemperatuur
automatisch tot 70 °C (met 5 K–hysterese) verhoogd. De cir-
culatiepomp wordt ingeschakeld.
De functie wordt automatisch beëindigd als de boilertem-
peratuurvoeler langer dan 60 minuten een temperatuur van
meer dan 60 °C vaststelt of na het verstrijken van een tijd
van 120 minuten (om "ophangen" in deze functie bij gelijktij-
dig tappen te vermijden).
Fabrieksinstelling = uit betekent geen legionellabescher-
ming.
Als Dagen buitenshuis plannen gepland werden, dan is
de legionellabeveiligingsfunctie gedurende deze dagen niet
actief. Deze functie wordt direct op de eerste dag na het ver-
strijken van de Dagen buitenshuis plannen en op de vast-
gelegde dag/het vastgelegde blok van dagen op de vastge-
legde Tijd (→ Pagina 10) uitgevoerd.
10
Als in het CV-systeem een warmtepomp geïnstalleerd is,
dan activeert de thermostaat de extra CV-ketel voor de legio-
nellabescherming.
8.1.28 Tijd voor legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Legio-
nellabev. tijd
–
Met deze functie kunt u de tijd voor de uitvoering van de
legionellabeveiliging vastleggen.
Bij het bereiken van de tijd op de vastgelegde dag start de
functie automatisch, indien geen Dagen buitenshuis plan-
nen zijn gepland.
8.1.29 Onderhoudsdatum invoeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → On-
derhoudsdatum
–
U kunt een datum (dag, maand, jaar) voor het volgende
regelmatige onderhoud in de thermostaat opslaan.
Is de datum voor een onderhoudstermijn bereikt, dan ver-
schijnt in het startscherm een onderhoudsmelding.
8.1.30 Offset voor buffertank instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → PV
buffer. offset
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u met
deze functie een offsetwaarde ( K) voor de buffertank van
de CV-circuits instellen.
Het buffervat wordt met de aanvoertemperatuur+ingestelde
offsetwaarde geladen, als bij de functie Multifunct. ing. de
optie PV geactiveerd is.
8.1.31 Aansturingsvolgorde van de cascade
activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Aan-
stuuromkeer
–
Als het systeem een cascade bevat, dan kunt u de func-
tie aansturingsomkering gebruiken.
–
uit: de thermostaat stuurt de warmteopwekkers altijd in
de volgorde 1, 2, 3, ... aan.
–
aan: de functie dient om de warmteopwekkers gelijkma-
tig te gebruiken. De thermostaat sorteert de warmteop-
wekkers een keer per dag volgens de aansturingstijd. De
bijstookverwarming is van de sortering uitgesloten.
8.1.32 Aansturingsvolgorde van de cascade
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Aan-
stuurvolgorde
–
Met deze functie kunt u aflezen in welke volgorde de
thermostaat de warmteopwekkers aanstuurt. De bijstook-
verwarming is niet betroffen van de volgorde van de aan-
sturing en wordt daarom niet weergegeven.
Installatiehandleiding 0020218406_01